GEHECHTHEID bij kinderen

Laten we beginnen. Het is Gratis
of registreren met je e-mailadres
GEHECHTHEID bij kinderen Door Mind Map: GEHECHTHEID bij kinderen

1. historisch : John BOWLBY

1.1. instinctief gedrag : nood aan sociale verbanden om te overleven

1.2. grote gerichtheid tot zorgfiguur : aanklampen en op verkenning gaan (clining and going in search) ->evenwicht -> gehechtheidsgedrag

1.3. labo situatie : vreemdensituatie (p. 46) -> vier types van gehechtheid

2. onveilige gehechth. >< stoornis in de gehechth vier argumenten

2.1. A + C =D = 35% van de kinderen; 35 % is NIET gestoord !! Kans op onveilge gehechtheid wel groter

2.2. deel van onveilig gehechte kinderen ontwikkelt psychiatrische stoornis verschillend van gehechtheidsstoornis vb depressie, adhd,.... en ook onveilige gehechth. bij kinderen die NIET in hulpverlenig zitten of GEEN psych. stoornis hebben

2.3. verband onv. gehechth. en psychiatr. stoornis is COMPLEX, gaat over INTERMENSELIJKE stijl (= contactpatroon) = in vertrouwen nabij komen en durven loslaten ->interm. stijl kan onveilg zijn zonder gehechtheidsstoornis -> sociale moeilijkheid vb autisme (15% veilig gehecht !)

2.4. niet altijd verband Onv Geh. en psychopanthologie -> kan tijdelijk zijn (reactief onveilig gehecht ) bij bvb verlieservaring, plotse veranderingen (echtscheiding,...) Meeste mensen TIJDELIJK type A of C

3. gehechtheid als basaal instinct van overleven

3.1. door vroege absolute afhankelijkheid en lange afhankelijkheid

3.2. zo hoge nood ->eerder aan onveilige en destructieve geh. fig. hechten dan geen hechtingsfiguur hebben = PARADOX

3.3. vb : stockholmsyndroom (gehecht aan gijzelnemer), ontvoerders, IS,...

4. types gehechtheid

4.1. Type B = Basis = veilig gehechte kind ->veilige basis op op terug te vallen 2/3de van de kinderen behoort tot type B

4.2. verbondenheid met zichzelf

4.3. Type A = vermijdende gehechtheid = onveilig gehecht kind 20% van de kinderen

4.3.1. "ik" sterkte, bovengemiddelde zelfstandigheid

4.3.2. gaan emoties uit de weg ->onbereikbaar, ondoordringbaar

4.3.3. vermijdende types (angst om afh. te zijn

4.4. Type C = angstig- ambivalente gehechtheid := onveilig gehecht kind 12% van de kinderen

4.4.1. verbondenheid -> zorgers

4.4.1.1. ambivalent !! ->boosheid om opgeven eigen autonomie en innerlijk boos op diegenen waarvoor ze zorgen

4.4.1.2. parentificatie = ouder voor eigen ouders

4.4.2. emotioneel hevige reacties-> Angst om ouderfiguur kwijt te zijn

4.5. Type D = gedesorienteerde gehechtheid = gehechtheidsSTOORNIS 1 à 2 procent van de kinderen

4.5.1. wegloopgedrag (fuges; jeugspsychiatrie

4.5.2. wanhoop ; benaderen ><weglopen (nooit los van oudergedrag)

5. Untitled

5.1. innerlijke conflicten A en C

5.1.1. A verlangt nabijheid en verbondenheid->bang en kruipt terug in autonomie A vindt rust aan kant autonomie

5.1.2. C verlangt naar autonomie ->durft niet en kruipt terug in verzorgende rol C vindt rust aan kant verbondenheid

5.2. D zit overal en nergens in de cirkel ->wisselvalligheid -> traumatisch ; D vindt nergens rust; wil soms uit cirkel springen

5.3. B vindt overal rust

6. evolutie mogelijk ?

6.1. A,C -> B (A en C al stabiel ! Als angst in de ogen gekeken wordt ->evolutie B;onder spanning, tijdelijk herval

6.2. D heeft geen stabiliteit -> al ok als ze in A of C terechtkomen = STABILITEIT in gehechtheid geeft al veel meer mogelijkheden (gewoon conflictueus leven, conflicten die we allemaal wel eens meemaken