SO Planten §1,2,3,4

Laten we beginnen. Het is Gratis
of registreren met je e-mailadres
SO Planten §1,2,3,4 Door Mind Map: SO Planten §1,2,3,4

1. 2.3

1.1. Stengel

1.1.1. Opgebouwd uit (afwisselend) knopen en leden.

1.1.1.1. Knoop: De plaats waar een blad aan de stengel vastzit

1.1.1.2. Lid: Een stuk stengel tussen 2 knopen.

1.2. Okselknop

1.2.1. Knop in bladoksel

1.2.1.1. Bladoksel: De bovenste hoek tussen de stengel en blad

1.2.1.2. Uit een okselknop kan volgend jaar een zijstengel groeien

1.3. Eindknop

1.3.1. Knop aan het einde van de stengel

1.3.1.1. Uit een eindknop groeit het volgende jaar een nieuw stuk stengel met bladeren (En bloemen)

1.4. Functies van de stengels:

1.4.1. 1. Het dragen van bladeren en bloemen;

1.4.2. 2. Het transport van water en voedingsstoffen door de vaatbundels (lange dunne buizen) die van wortels tot in de bladeren lopen

1.5. Stevigheid van de stengels:

1.5.1. Kruidachtige planten: Stevig door water;

1.5.2. Houtachtige planten: Stevig door hout

2. 2.4

2.1. Jaarring

2.1.1. Al het hout dat in één jaar is gevormd.

2.1.1.1. Het oudste hout ligt in het midden van de stam.

2.1.2. Aan een jaarring kun je verschillende dingen afleiden

2.1.2.1. 1. Aan het aantal jaarringen onder aan de stam kun je zien hoe oud een boom is geworden (maar soms zijn de jaarringen van de eerste jaren in elkaar gedrukt);

2.1.2.2. 2. Een brede jaarring duidt op gunstige omstandigheden;

2.1.2.3. 3. Een smalle jaarring duidt op ongunstige omstandigheden (bijv. droogte, bosbrand, een insectenplaag, enz.)

3. Kieming = De groei van een plant uit een zaad.

4. Volwassen plant = Het eindproduct van de plant, dit is een plant zijn laatste stadium. De groei van de plant is nu voltooid.

5. Kiemplant = Het eindresultaat van ontkieming (Zie vorige punt)

6. 2.1

6.1. Bruine boon:

6.1.1. Een bruine boon is een zaad.

6.1.2. Kieming:

6.1.2.1. 1. De bruine boon neemt water op, vooral door het poortje.;

6.1.2.2. 2. De zaadhuid barst open;

6.1.2.3. 3. Het worteltje komt naar buiten door het poortje;

6.1.2.4. 4. Het stengeltje komt naar buiten;

6.1.2.5. 5. De zaadlobben zijn het eerste paar bladeren;

6.1.2.6. 6. Het reservevoedsel in de zaadlobben wordt verbruikt

6.1.3. Kiemplant:

6.1.3.1. Het tweede paar bladeren groeit uit

6.1.3.2. De zaadlobben verschrompelen en vallen af

6.1.4. Volwassen plant:

6.1.4.1. Aan de boonplant groeien bloemen

6.1.4.2. In de bloemen ontwikkelen zich zaden (bruine bonen), De zaden zitten in vruchten

7. 2.2

7.1. Wortelstelsel

7.1.1. Alle wortels van een plant.

7.2. Hoofdwortel

7.2.1. Groeit (bij de meeste planten) recht naar beneden

7.2.2. (Bij sommige planten) Een krans van wortels die allemaal ongeveer even dik en lang zijn

7.2.3. Zijwortels: de vertakkingen van de hoofdwortel

7.2.4. Dunne uitstulpingen, vlak bij de uiteinden van de wortels

7.3. Bijwortels

7.4. Wortelharen

7.5. Functies:

7.5.1. 1. Het vastzetten van de plant in de bodem;

7.5.2. 2. Het opnemen van water en voedingsstoffen (Vooral via de wortelharen);

7.5.3. 3. Het opslaan van reservevoedsel (Glucose)