Jeugdliteratuur

1. vrij lezen

1.1. Zelfstandig, individueel lezen door leerlingen van zelfgekozen boeken op een in het lesrooster opgenomen tijdstip

2. boekpromotie

2.1. De kinderboekenweek

2.2. De Christelijke kinderboekenmaand

2.3. Boekenhoekje

2.4. Boek van de week/ maand

2.5. Leesfiche

2.6. Leesdagboek

3. leesplezier

3.1. De mate waarin een leerling plezier beleeft aan het lezen van boeken

4. leesdoel bepalen

4.1. Informatie zoeken

4.2. Weten hoe iets in elkaar zit

4.3. Naar meningen en emoties zoeken

4.4. Zoeken naar argumenten

4.5. Ontspanning

5. literaire smaak

5.1. Het ontwikkelen van een voorkeur voor bepaalde boeken

6. leeftijdsgebonden leesfasen Charlotte Būhler (verouderd)

6.1. Piet de Smeerpoets-fase (2-4 jaar) gebeurtenissen dagelijkse omgeving

6.2. Sprookjesleeftijd (4-8/ 10 jaar) Fanatische verhalen

6.3. Robinson- leeftijd (9-11/ 12 jaar) realistische verhalen

6.4. Heldenleeftijd (12- 15 jaar)

6.5. Lyrische romanleeftijd (15-20 jaar)

7. leeftijdsgebonden leesfasen

7.1. Babyfase (0-1 jaar)

7.2. Peuterfase (1-3 jaar)

7.3. Kleuterfase (4-6 jaar)

7.4. Schoolkindfase (7-12 jaar)

7.5. Adolescentiefase (>12 jaar)

8. Literaire competentie

8.1. Tijdens het lezen vormt de lezer zich een voorstelling van de personages, de omgeving en de tijd in het boek

8.2. Hij vormt zichten oordeel over wat hij leest. Dit vermogen neemt toe met de leeftijd en leeservaring van de lezer.

9. leerkrachtvaardigheden

9.1. mondeling

9.2. begeleiden tekstkeuze

9.3. voorlees- en verteltechnieken

9.4. literaire competentie

10. leesomgeving

10.1. Kennismaken met het werk van schrijvers, dichters en tekenaars.

10.2. Ervaring opdoen met verschillende soorten boeken en verhalengenres

10.3. Kennismaken met enkele klassiekers uit de jeugdliteratuur en klassieke verhaalpersonages

10.4. Ontmoetingen met schrijvers, dichters en tekenaars, en greep krijgen op het scheppingsproces van boeken en verhalen

11. digitale boeken en sites

11.1. Het gebruik van media als film, televisie, cd en internet kan worden ingezet bij het onderwijs over jeugdliteratuur

12. literaire genres

12.1. Thema genres

12.2. Indeling op grond van woord en beeld

12.3. Indeling op grond van doelstelling

12.4. Indeling op grond van de vorm

13. niveaubepaling van teksten

13.1. Teksten worden gelabeld en ingedeeld in verschillende niveaus, meestal naar het leestechnische niveau, maar ook vaak naar thema, leeservaring en complexiteit van het verhaal

14. Leesvaardigheid

14.1. Stadium 0: pseudolezen (tot 6 jaar)

14.2. Stadium 1: aanvankelijk lezen/ decoderen (6-7 jaar)

14.3. Stadium 2: automatiseren en vloeiend lezen (7-8 jaar)

14.4. Stadium 3: lezen om nieuwe ideeēn, ervaringen, gevoelens op te doen (9-12 jaar)

14.5. Stadium 4: vanaf 13-14 jaar verbreedt en verdiept leesvaardigheid tot het lezen van steeds abstractere teksten

15. Functies van lezen

15.1. De ontspannende functie

15.2. De creatieve functie

15.3. De emotionele functie

15.4. De informatieve functie

15.5. De opvoedende functie

15.6. De ethetische functie