1. Motieven
1.1. Tucht
1.1.1. Bint vind zichzelf te goed tegenover de andere leraren en leerlingen. En probeert om hun "beter" te maken.
1.2. Chaos
1.2.1. Zijn klas, "de hel", was een grote chaos. En reageerde dus slecht op bevelen.
1.3. Heropvoeden
1.3.1. Bint wilde zijn leerlingen heropvoeden om zich dusdanig voor te bereiden op de maatschappij.
1.4. Dernergerend
1.4.1. De Bree had voor bijna iedereen een ander woord bedacht die hun zou omschrijven.
2. Personages
2.1. Bint
2.1.1. Is een magere en spierwitte directeur die met zijn leer systeem zijn leerlingen reuzen wilt maken. Hij wilt dat zijn leerlingen goed voorbereid en niet bang zijn voor de maatschappij. Aan het eind van het boek vertrekt Bint.
2.2. De Bree
2.2.1. De Bree is leraar Nederlands die meteen in zijn eerste les bij "de hel" de oorlog verklaart. Hij wilde meer contact met mensen dus is hij les gaan geven. Hij vond het systeem die Bint had bedacht goed. Hij vond het daarom jammer dat hij er vandoor is gegaan.