1. taalontwikkelend lesgeven
1.1. interactie= over een onderwerp van gedachten wisselen, elkaar ondervragen en elkaar informatie geven.
1.1.1. leerkracht- leerling
1.1.2. leerling- leerling
1.2. taalsteun
1.2.1. taalfeedback
1.2.1.1. vormelijke feedback= het is niet altijd nodig om feedback te geven (gaat over stijl, register, woordgebruik en zinsstructuur)
1.2.1.2. inhoudelijke feedback= bij inhoudelijke fouten moeten leerkrachten er dieper op in gaan.
1.2.1.3. 3 doelen=
1.2.1.3.1. bevestigen of bekrachtigen
1.2.1.3.2. verhelderen (parafraseren)
1.2.1.3.3. impliciet of expliciet verbeteren
1.2.2. stappenplannen, kijkwijzer en schrijfkaders bij spreek- en schrijfopdrachten
1.2.3. visuele ondersteuning
1.3. schooltaal en vaktaal
1.3.1. schooltaal= minder gangbare woorden waar lln buiten school niet meer in contact komen.
1.3.2. vaktaal/vakjargon= taal die kenmerkend is voor een bepaald schoolvak.
2. didactische basisprincipes
2.1. aanschouwelijkheid= nieuwe leerinhouden dmv de zintuigen laten waarnemen
2.2. activiteit= leerlingen actief betrekken bij het leerproces
2.3. motivatie= intrinsieke motivatie (het leren zelf), extrinsiek (waardering)
2.3.1. intrinsieke motivatie (het leren zelf)
2.3.2. extrinsieke motivatie ( waardering)