Didactiek

1. SMART leerdoel (process en product).

1.1. Procesdoel- wat nog ontwikkelt moet worden.

1.2. Productdoel- dat ze aan het eind van de les kenne/kunnen.

2. Hoe ging het lesformulier opstellen?

2.1. Leerzaam

2.2. Moeilijker dan de vorige

3. 21st Century skills

3.1. Creatief denken

3.2. Probleem oplossen.

3.3. Media wijsheid.

3.4. Communiceren.

3.5. Samenwerken.

3.6. Zelfregulering.

4. Beginsituatie

4.1. Doelgroep

4.2. Aantal kinderen

4.3. Wat kunnen/kennen ze al?

4.4. Zijn er nog kinderen die extra hulp nodig hebben?

5. Howard Gardner

5.1. Interpersoonlijk

5.2. intrapersoonlijk

5.3. lichamelijk motorisch

5.4. logisch mathematisch

5.5. natuurgerichte intelligentie

5.6. muzikaal ritmische intelligentie

5.7. verbaal-linguïstische

5.8. visueel-ruimtelijk

6. Differentiatiemogelijkheden

6.1. differentiëren op tijd.

6.2. differentiëren in instructie.

6.3. differentiëren op belangstelling.

6.4. differentiëren in leerstof.

6.5. differentiëren in beoordeling.

7. IGDI-model

7.1. Interactie

7.2. Gediferentieerd

7.3. Direct

7.4. Instructie