Albertheijn/Delhaize

1. Personele organisatie

1.1. Een algemene manager

1.2. Meerdere nationaliteiten

1.3. Verschillende Cao's

1.4. Verschillende belangen

1.5. Centrale organisatie

2. Informatiesystemen

2.1. Meerdere soorten SAP

2.2. Andere informatievoorzieningen

3. Besturingsysteem

3.1. Push

3.1.1. Materials

3.1.2. Personnel

3.1.3. Services

3.1.4. Duration

3.2. Meerdere soorten klantgerichtheid

3.3. Van land afhankelijk

4. Grondvorm

4.1. Commerciel gericht

4.2. Grotere verkoopmarkt

4.2.1. Meerdere distrubutiecentrums in meerdere landen

4.2.2. Mogelijkheid Belgische producten op Nederlandse verkoopmarkt en vice versa

4.3. Andere leveranciers keuze

4.4. Inkoop voorwaarden (lagere kosten)

4.5. Groter bestedingskapitaal

5. Physieke distrubutie

5.1. Centralisering

5.1.1. Een informatiesysteem inplementeren

5.1.1.1. Overige DC's sluiten

5.1.1.1.1. Verkopen

5.1.1.2. Centraal DC kiezen

5.1.1.2.1. Keuze transport

5.1.1.2.2. Locatie bepalen

5.1.1.2.3. Toeleveranciers bepalen

5.1.1.3. DC reduceren

5.1.1.3.1. DC reduceren/ bepalen welke houden

5.1.1.3.2. Toeleveranciers

5.1.1.3.3. Leveringsfrequentie bepalen

5.1.1.4. Productcodes gelijk maken

5.1.1.4.1. Overleggen met leveranciers

5.1.1.5. Voorraad beheer bepalen

5.1.1.5.1. Hoofdkantoor beheerd

5.1.1.5.2. Beheer door DC

5.1.2. Nieuwe toeleveringsroutes bepalen

5.1.2.1. Geografische levertijden bekijken

5.1.2.1.1. Overleggen met toeleveranciers nieuwe leverlocatie(s)

5.2. Decentralisering

5.2.1. Meerder informatiesystemen implementeren

5.2.1.1. Communicatie tussen systemen mogelijk maken

5.2.2. Huidige DC's houden

5.2.2.1. Keuzes lerveringsgebieden maken

5.2.2.1.1. keuze transport

5.2.2.2. Toelevanciers

5.2.2.2.1. Huidige leveranciers behouden

5.2.2.2.2. Toeleveranciers reduceren

5.2.2.3. Toeleveringsroutes bepalen

5.2.2.3.1. Leveringsfrequentie bepalen

5.2.3. Aantal DC's reduceren

5.2.3.1. DC reduceren/bepalen welke houden

5.2.3.1.1. DC sluiten/verkopen

5.2.3.1.2. DC contracteren

5.2.3.2. Toeleveranciers

5.2.3.2.1. Toeleveranciers behouden

5.2.3.2.2. Toeleveranciers reduceren

5.2.3.3. Toeleveringsroutes bepalen

5.2.3.3.1. leveringsfrequentie bepalen

6. Inkoop bepalen

6.1. Meer koopkracht besteden

6.2. leveranciers contracten herzien

6.2.1. Leveranciers behouden

6.2.2. Leveranciers reduceren

6.2.2.1. Levertijden bepalen

6.2.2.2. Nieuwe contracten afsluiten

7. KPI's

7.1. KPI's opstellen

7.1.1. Levertijd KPI opstellen

7.1.2. Order compleetheid KPI opstellen

7.1.3. Verkooptarget KPI opstellen

7.2. Huidige KPI's herzien

7.2.1. Relevandheid bepalen

7.2.1.1. Schrappen/behouden KPI