Theorie Beleveniseconomie Pine & Gilmore, 1999
by Daan van der Linde
1. 4e economie
1.1. Commodities
1.2. Goederen
1.3. Diensten
1.4. Belevenissen
2. 4 domeinen
2.1. Leren
2.2. Ontsnapping
2.3. Esthetiek
2.4. Amusement
3. 4 acties
3.1. Adsorptie
3.2. Actieve deelname
3.3. Onderdompeling
3.4. Passieve deelname
4. 3 S model
4.1. Satisfaction Voldoening
4.2. Sacrifice Opoffering
4.3. Surprise Verrassing
5. Kenmerken belevenis
5.1. Gedenkwaardig
5.1.1. Aandenken
5.1.2. Zintuigen aanspreken
5.1.3. Schaars en uniek
5.1.4. Producten club
5.1.4.1. Netwerk
5.1.4.2. Klantenbinding
5.1.4.3. Abonnement
5.1.4.4. Productenevenement
5.2. Decor
5.2.1. Rekwisiet
5.3. Regisseur
5.4. Speler
5.5. Ervaringen
5.5.1. Iets van waarde
5.5.2. Met volle aandacht beleefd
5.5.3. Vormend
5.5.4. Om trots over te vertellen
5.6. Gast = bezoeker
5.6.1. Aanspreken
5.6.2. Doelgroepen
5.6.2.1. VIP
5.6.2.2. Ecotoerist
5.6.2.3. Vitale Senioren
5.6.2.4. Jeugd?
5.6.2.5. Gezinnen
5.6.2.6. Internationaal
5.6.2.7. Architectuur
5.6.2.8. Motivaction categorien
5.6.2.9. Muziek