1. Notities
1.1. Maken
1.1.1. Taal
1.1.1.1. Symbolen
1.1.1.2. Woorden
1.1.2. Logica
1.1.2.1. Opvolgingen
1.1.2.2. Associatie
1.1.2.3. Analyse
1.1.2.4. Tijd
1.1.3. Kleur
1.1.4. Nummers
1.1.5. Rytme
1.1.6. Afbeeldingen
1.1.7. Vorm
1.1.7.1. Dimensies
1.1.7.2. Compleet beeld
1.2. Briljant
1.3. Voorbeelden
1.3.1. Alles
1.3.1.1. < - >
1.3.1.1.1. Alles
1.4. Hoe
1.4.1. Creativiteit
1.4.2. Geheugen
1.5. erbetetn
1.5.1. kjbkjbkj
1.5.2. dymtydty
2. ?
2.1. Achtergrond
2.1.1. Hersenen
2.1.1.1. Bij
2.1.1.1.1. Hersencellen
2.1.1.2. Mens
2.1.1.2.1. 10 jaar
2.1.1.2.2. Hoeveel
2.1.1.2.3. Opslagcapaciteit
2.1.1.2.4. Bospad
2.1.1.2.5. Onthouden
2.1.2. Geschiedenis
2.1.2.1. Leonardo da Vinci
2.1.2.1.1. Words take second place to the language of images.
2.1.2.2. Albert Einstein
2.1.2.2.1. Imagination is more important than knowledge, for imagination is timeless.
2.1.2.3. Tony Buzan
2.1.2.3.1. Expert
2.1.2.3.2. MM bedenker
2.2. Wat
2.3. Waarom
2.3.1. Wij
2.3.1.1. Boek
2.3.1.1.1. Bedenken
2.3.1.1.2. Samenvatten
2.3.1.2. Mensen
2.3.1.2.1. Mappen
2.3.1.3. Maken
2.3.1.3.1. Plan
2.3.1.4. Presentaties
2.3.1.4.1. Voorbereiden
2.3.1.4.2. Geven
2.3.1.4.3. Samenvatten
2.3.1.5. Vergaderingen
2.3.1.5.1. Plannen
2.3.1.5.2. Leiden
2.3.1.5.3. Notuleren
2.3.1.6. Problemen
2.3.1.6.1. Oplossen
2.3.2. Anderen
2.3.2.1. Zoals
2.3.2.1.1. Oracle
2.3.2.1.2. Boeing
2.3.3. jonge
2.3.3.1. Ondernemers
2.3.3.1.1. Brainstormen
2.3.3.1.2. Organiseren Informatie
2.3.3.1.3. Analyse
2.3.3.1.4. Meer
2.4. Resultaat
2.4.1. >
2.4.1.1. Geheugen
2.4.1.1.1. Test
2.4.1.2. Creativiteit
2.4.1.3. Vermogen
2.4.1.3.1. Concentreren
2.4.1.3.2. Leren
2.4.1.4. Communicatie
2.4.1.4.1. Vaardigheden
2.4.1.5. Proces
2.4.1.5.1. Snelheid
2.4.1.6. IQ
2.4.1.7. Effectiviteit
2.4.1.7.1. Noteren
2.4.1.7.2. Zoeken
2.4.1.7.3. Lezen
2.4.1.7.4. Herzien
3. Doen
3.1. Middelen
3.1.1. A4 / A3
3.1.2. Kleuren
3.1.2.1. Pennen
3.1.3. Markeerstiften
3.2. Wetten
3.2.1. Aanbevelingen
3.2.2. 8 stappen
3.2.2.1. 1
3.2.2.1.1. Start midden
3.2.2.2. 2
3.2.2.2.1. Niet serieus
3.2.2.3. 3
3.2.2.3.1. Associeer
3.2.2.4. 4
3.2.2.4.1. Snel denken
3.2.2.5. 5
3.2.2.5.1. Geen grenzen
3.2.2.6. 6
3.2.2.6.1. Oordeel niet
3.2.2.7. 7
3.2.2.7.1. Go, go, go
3.2.2.8. 8
3.2.2.8.1. + Connecties
3.3. Focus
3.3.1. Concentratie
3.3.2. Werkplek
3.3.3. Fysiek fit
3.4. Opdracht
3.4.1. Kies
3.4.1.1. 1. Aliens
3.4.1.2. 2. Blauwe bal
3.4.1.3. 3. 10 Miljoen
3.4.2. Mindmap
3.4.2.1. 10 minuten
3.4.2.2. ideen
3.4.3. Combineer
3.4.3.1. Gezamelijk
3.4.4. Presenteer
4. IQ + 20 punten
5. Presentatie
5.1. Arnhem
5.1.1. Oordeel niet
5.1.2. Ideeën blijven onder ons
5.1.3. Veel ideeën
5.1.4. Afstand nemen
5.1.5. Lift mee
5.2. Creativiteit
5.2.1. geloof in jezelf
5.2.2. draai het om
5.2.3. leren van fautte
5.2.4. Timing
5.2.5. waarom?
5.2.6. Forceer het niet
5.2.7. New node
5.2.8. Laat vooronderstelling
5.2.9. gewoon doen!
5.2.10. zie hoor voel proef hoor reuk
5.2.11. het scherpst van de snede