Get Started. It's Free
or sign up with your email address
PCMIEP by Mind Map: PCMIEP

1. test

2. SPA - Processen

2.1. SPA - Shaping

2.1.1. Relatie vorm <> Proces

2.1.1.1. Welke vormen kunnen gemaakt? CES

2.1.2. Machine

2.1.2.1. Hoe werkt de machine; presentatie, video

2.1.2.2. Proces eigenschappen; CES

2.1.2.3. Proces zelf omschrijven

2.1.3. Matrijs

2.1.3.1. Matrijseigenschappen; CES, presentaties

2.1.3.2. Werking van de matrijs; video

2.1.3.3. Hoe wordt de matrijs gemaakt?

2.1.3.4. Matrijskostprijs inschatting; CES

2.1.4. Nabewererking

2.1.4.1. Welke nabewerking is nodig?

2.1.4.2. Hoe wordt de nabewerking toegepast; tekenen + uitleg

2.1.5. Welk shaping proces kan een alternatief zijn?

2.1.5.1. Vergelijk vormeigenschappen; CES

2.1.5.2. Vergelijk fysiekeeigenschappen; CES

2.1.5.3. Vergelijk proceseigenschappen; CES

2.1.5.4. Vergelijk economische eigenschappen; CES

2.2. SPA - Joining

2.2.1. Welke joining processen zijn mogelijk? CES

2.2.1.1. Kan het Joining proces in combinatie met het Shapingproces?

2.2.1.1.1. Welke geometrien zijn mogelijk? CES

2.2.1.1.2. Welke machines zijn nodig voor het joiningproces?

2.2.1.1.3. Is er gereedschap nodig voor het joining proces?

2.2.1.1.4. Is er nabewerking nodig voor het joining proces?

2.2.1.2. Denk in minimaal één alternatief joining proces

2.2.1.2.1. Vergelijk de joining processen met elkaar

2.3. SPA - Surfacetreatment

2.3.1. Kan het surface proces in combinatie met Shaping, Joining, Materiaal en Constructie?

2.3.1.1. Welke surface treatments zijn mogelijk? CES

2.3.1.1.1. Oppervlakte structuur

2.3.1.1.2. Printen bedrukken

2.3.1.1.3. Oppervlakte coaten

2.3.1.2. Welke machines zijn nodig voor de surface treatment?

2.3.1.2.1. Past het product in deze machine?

2.3.1.3. Zijn er product gebonden gereedschappen nodig?

2.3.2. Denk in minimaal één alternatief surface proces

2.3.2.1. Vergelijk de surface processen met elkaar

2.3.2.1.1. Voordelen

2.3.2.1.2. Nadelen

2.3.2.1.3. Conclusie, keuze

3. SPA - Constructie

3.1. Vorm, waar ligt materiaal in een 3D ruimte?

3.1.1. Gedetailleerde handtekening

3.1.1.1. Doorsnedes

3.1.1.2. Details

3.1.1.3. Hoofdmaten

3.1.2. Gedetailleerde CAD tekening

3.1.2.1. Doorsnedes

3.1.2.2. Details

3.1.2.3. Hoofdmaten

3.1.2.4. Echt modelleren? -> modelleervolgorde bepalen

3.1.3. Product tolerantie

3.1.3.1. Welke nauwkeurigheid is nodig?

3.1.3.2. Welke nauwkeurigheid is mogelijk met de shapingtechniek (CES)

3.2. Matrijs

3.2.1. Hoe werkt jouw matrijs?

3.2.1.1. Werking van matrijs voor het product uitleggen met handtekeningen

3.2.2. Is er krimp tijdens productie?

3.2.3. Hoeveel lossing is nodig?

3.2.4. Waar ligt de deellijn van de matrijs?

3.2.5. Wat zijn de moeilijke details van het product?

3.2.5.1. Maken met een schuif?

3.2.5.1.1. Laat zien met een 2d tekening

3.2.5.2. Maken met een lifter?

3.2.5.2.1. Laat zien met een 2d tekening

3.3. Traagheidsmoment (I)

3.3.1. Wat is het?

3.3.2. Handmatig berekenen

3.3.3. Opvragen in Solidworks

3.4. Welke belasting situatie?

3.4.1. Opgelegde kracht?

3.4.2. Opgelegde verplaatsing?

3.4.3. Teken de situatie en vermeld de waarden

3.5. Vrije Lichaam Schets (VLS)

3.5.1. Teken onderdelen vrij van hun omgeving en zet er bij welke krachten /momenten er zijn

3.6. Berekenen: spanning, vervorming, rek en veiligheidsfactor

3.6.1. Handmatig; "vergeet me nietjes": Boek, bijlage C

3.6.1.1. Spanning in N/mm2 Vervorming in mm Rek in % Veiligheidsfactor

3.6.2. Solidworks simulations

3.6.2.1. Spanning in N/mm2 Vervorming in mm Rek in % Veiligheidfactor

3.6.3. Wat is de conclusie op basis van de berekening?

3.7. Invloed van tijd en temperatuur

3.7.1. Hoeveel kruip?

3.7.1.1. Hoe minimaliseer je de invloed?

3.7.2. Hoeveel relaxatie?

3.7.2.1. Hoe minimaliseer je de invloed?

3.8. Verbeteren geometrie

3.8.1. Hoe pas je de vorm aan zodat....

3.8.1.1. er meer / minder spanning ontstaat?

3.8.1.2. er meer / minder vervorming ontstaat?

3.8.1.3. er meer / minder rek ontstaat?

3.9. Prototype maken

3.9.1. Wat is het doel van het prototype?

3.9.1.1. Welke eisen worden er aan gesteld?

3.9.2. Welke prototype technieken kun je gebruiken?

3.9.2.1. Website

3.9.2.2. CES

3.9.3. Omschrijf de techniek en geef een video

3.10. Moldflow bij spuitgieten

3.10.1. Aanspuiting

3.10.1.1. Type

3.10.1.2. Positie

3.10.2. matrijsvulling

3.10.3. vervorming van product

4. SPA - Materiaal

4.1. Indeling materialen: CES

4.1.1. Metalen familie

4.1.2. Polymeren familie

4.1.2.1. klasse: Thermoplasten

4.1.2.1.1. Kies een member: CES, bijvoorbeeld: ABS, PA, PC, PE etc.

4.1.2.2. klasse: Elastomeren

4.1.2.3. klasse: Thermoharders

4.1.3. Keramieken familie

4.1.4. Composieten familie

4.2. Kies op basis van het technische profiel, search in CES

4.2.1. Fysieke

4.2.1.1. Soortelijke massa (kg/m3)

4.2.1.2. Lineaire uitzetting coëfficient (10-5 m/mK)

4.2.1.3. Vochtopname (%)

4.2.2. Mechanische

4.2.2.1. Treksterkte (MPa = N/mm2

4.2.2.2. Breukrek (%)

4.2.2.3. Buigsterkte (MPa = N/mm2

4.2.2.4. E-modulus bij trek (GPa)

4.2.2.5. Slagsterkte (J/m)

4.2.3. Thermische

4.2.3.1. Warmtegeleidingscoëfficient (W/mK)

4.2.3.2. Soortelijke warmte (J/kgK)

4.2.3.3. Glastemperatuur (Graden Celcius)

4.2.3.4. Smelttemperatuur (Graden Celcius)

4.2.3.5. Gebruikstemperatuur (Min / Max in Graden Celcius)

4.2.3.6. Brandbaarheid (VL 94 klasse)

4.2.4. Elektrische

4.2.4.1. Elektrische weestand (ohm cm

4.2.4.2. Prijs per kg (euro/kg)

4.2.5. Ecologische

4.2.6. Verwerkings

4.2.6.1. Spuitgietbaar

4.2.6.2. Matrijskrimp (mm/mm)

4.2.7. Tactiele

4.2.8. Economische

4.2.8.1. Prijs per m3 (euro/m3)

4.2.9. Esthetische

4.2.9.1. Hardheid (shore)

4.2.10. Optische

4.2.11. Akoestische

4.2.12. Oppervlakte

4.2.12.1. Invloed van UV 74

4.3. Fysieke voorbeeld materialen

4.3.1. Welke code staat op het product?

4.3.2. Materiaal kan mbv een proef vastgesteld worden.

4.4. Inspiratie databases

4.4.1. CES edupack

4.4.2. Database ASM

4.4.3. Design insite

4.4.4. Fi database

4.4.5. Materia

4.4.6. AZoM The A to Z of Materials datatbase

4.4.7. aluMATTER

4.4.8. More inspiration

4.4.9. Matweb

4.4.10. Ides

4.4.11. Technotheek

4.4.12. Production navigator

4.5. Associatief denken

4.5.1. Welke materialen passen bij de begrippen in de gebruiksinteractiekaart?

4.6. Veel gebruikte materialen bij shapingproces

4.6.1. Zoeken op websites van producenten (shapingtechniek)

4.6.2. Zoeken in CES

4.7. Combineren van eigenschappen in CES

4.7.1. Grafieken met zoekmethode in CES

4.8. Specifieke keuze

4.8.1. Datasheet met alle details

5. SPA - Intentie

5.1. Voor welke markt is het product bestemd?

5.1.1. Geef een korte omschrijving

5.2. Wat is de economische intentie?

5.2.1. Winkelprijs

5.2.2. Verkoopprijs

5.2.3. Maakprijs (kostprijs)

5.2.3.1. Snelle inschatting aan het begin

5.2.3.1.1. gewicht x prijs per kg x factor (bijv 3)

5.2.3.2. Kostprijsberekening volgens CES methode

5.2.3.2.1. Algemene parameters

5.2.3.2.2. Shapingkosten

5.2.3.2.3. Joinigkosten

5.2.3.2.4. Surface treatment kosten

5.2.3.2.5. Assemblagekosten per onderdeel

5.2.3.3. Presentatie van kostprijsberekening

5.2.3.3.1. Overzicht van de hele samenstelling

5.2.3.3.2. Evaluatie van kostprijs

5.2.4. Maximale investering in gereedschappen (matrijzen)

5.2.5. Aantallen

5.2.5.1. per jaar

5.2.5.2. in totaal

5.2.6. Supply chain

5.2.6.1. Welke partijen (bedrijven) zijn betrokken in het maakproces? Graag zo min mogelijk.

5.3. Duurzaamheid

5.3.1. Hoe lang moet het product meegaan?

5.3.2. Hoe te recyclen?

5.3.3. Energie gebruik

5.3.3.1. materiaal

5.3.3.2. productieproces

5.4. Prestatie van het product (PVE)

5.4.1. Eisen (constraints)

5.4.1.1. Bijv: moet voldoen aan waarde x

5.4.2. Wensen (objectives)

5.4.2.1. Bijv: gewicht zo laag mogelijk

5.4.3. Testplan

5.4.4. FMEA / risico analyse

6. SPA - Esthetiek

6.1. De invloed van Processen, Constructie en Materialen op......

6.1.1. Zien

6.1.2. Voelen

6.1.3. Horen

6.1.4. Ruiken

6.1.5. Proeven

7. SPA - Perceptie

7.1. Communiceer de productbeleving met een gebruiksinteractiekaart

7.2. Communiceer de productbeleving met woordparen

7.2.1. Agressief – Passief

7.2.2. Agressief – Passief

7.2.3. Klassiek – Trendy

7.2.4. Klinisch – Vriendelijk

7.2.5. Slim – Dom

7.2.6. Normaal – Exclusief

7.2.7. Decoratief - Neutraal

7.2.8. Delicaat - Ruig

7.2.9. Wegwerp - Duurzaam

7.2.10. Saai - Sexy

7.2.11. Elegant - Onhandig

7.2.12. Extravagant - Terughoudend

7.2.13. Vrouwelijk - Mannelijk

7.2.14. Formeel - Informeel

7.2.15. Hand gemaakt - Massa productie

7.2.16. Eerlijk - Bedrieglijk

7.2.17. Humor - Serieus

7.2.18. Irritant - Lief

7.2.19. Volwassen - Jeugdig

7.2.20. Nostalgisch - Futuristisch