Gouden eeuw

Get Started. It's Free
or sign up with your email address
Gouden eeuw by Mind Map: Gouden eeuw

1. oorzaken welvaart in de Republiek

1.1. visserij

1.1.1. haring

1.1.2. walvissen

1.1.2.1. traan koken uit vet

1.1.2.1.1. voor bijv. groene zeep

1.2. landbouw

1.2.1. gemoderniseerd

1.2.1.1. $ €

1.3. val van Antwerpen

1.3.1. verovering Spaanse troepen in 1576

1.3.2. Antwerpen verliest naam als belangrijkste havenstad

1.3.2.1. Amsterdam wordt belangrijkste handelstad

1.4. nijverheid

1.4.1. = het maken van dingen = ambacht

1.4.2. scheepsbouw belangrijk

1.5. handel

1.5.1. graan van de Oostzee

1.5.2. stapelmarkt

1.5.2.1. goederen opslaan

1.5.2.1.1. later weer verkopen

1.5.2.2. pakhuizen

1.5.3. beurs

1.5.4. specerijen

1.5.5. VOC.

1.5.5.1. specerijen

1.5.5.2. handelen met Azië

1.5.5.3. =Verenigde Oost-Indische Compagnie

1.5.6. WIC

1.5.6.1. kaapvaart

1.5.6.2. slavenhandel

1.5.6.3. West-Indische Compagnie

2. Waar ging de rijkdom of het geld naartoe?

2.1. aandelen

2.1.1. onderpand voor leningen

2.1.2. winsten van de compagnieën

2.1.2.1. gaf stabiliteit en verhandelbaarheid

2.2. investeren in bouw(kunst)

2.2.1. architectuur

2.2.1.1. stadhuizen en pakhuizen

2.2.1.2. wagen

2.2.1.3. hervormde kerken

2.2.1.4. landhuizen

2.2.2. schilderkunst

2.2.2.1. historiestukken

2.2.2.1.1. Bijbelse, mythologische, literaire voorstellingen

2.2.2.2. portretten

2.2.2.2.1. rijke mensen lieten een familieportret maken

2.2.2.3. landschappen en stadsgezichten

2.2.2.4. stillevens

2.2.2.5. alledaagse taferelen

2.2.2.5.1. het dagelijks leven

2.2.3. literatuur

2.2.3.1. de bijbel

2.2.3.2. de vaderlandse geschiedenis

2.3. stimulatie wetenschap

2.4. stimulatie nijverheid

2.5. inpolderen/droogleggen

3. economische en sociale ongelijkheid

3.1. geslacht

3.1.1. mannen

3.1.1.1. werken

3.1.1.2. hogere lonen

3.1.2. vrouwen

3.1.2.1. thuis

3.1.2.2. gezin verzorgen

3.2. banen

3.2.1. hoge lonen

3.2.1.1. mannen

3.2.1.2. regenten

3.2.2. lage lonen

3.2.2.1. vrouwen

3.2.2.2. buitenlanders

3.2.2.3. soldaten

3.3. armoede

3.3.1. waar?

3.3.1.1. landgewesten

3.3.2. waar niet?

3.3.2.1. kuststeden

3.3.3. concurrentie compagnieën

3.3.4. wie?

3.3.4.1. joden

3.3.4.2. deel van

3.3.4.2.1. immigranten

3.3.4.2.2. wetenschappers (soms wel rijk)