Get Started. It's Free
or sign up with your email address
Milton Model by Mind Map: Milton Model

1. Surf naar www.tiouw.com voor gratis rapporten over NLP

2. VOORONDERSTELLINGEN

2.1. Tijd

2.1.1. voordat, nadat, gedurende

2.1.2. na, sinds, eerder

2.1.3. wanneer, terwijl

2.1.4. voorbeelden

2.1.4.1. wil je zitten terwijl je in trance gaat

2.1.4.2. voordat we dit afmaken, wil ik iets met je bespreken

2.1.4.3. wanneer je dit leest, val je in slaap

2.2. nummering

2.2.1. eerste, tweede, derde

2.2.2. een andere

2.2.3. voorbeelden

2.2.3.1. welk deel van je lichaam ontspant eerst

2.2.3.2. eerst doe je dit, dan doe je dat

2.3. 'of'

2.3.1. tenminste één van de alternatieven gaat gebeuren

2.3.2. voorbeelden

2.3.2.1. je rechter of linkerhand zul je opheffen

2.3.2.2. wil je je tanden voor of na het bad poetsen

2.4. realisatie

2.4.1. weten, bewust zijn

2.4.2. realiseren, opmerken

2.4.3. voorbeelden

2.4.3.1. realiseer je je dat je onderbewustzijn...

2.4.3.2. weet je dat je al vele malen in trance bent geweest in je leven

2.4.3.3. weet je al wanneer je dat gaat doen

2.5. bijwoorden / bijvoeglijk nw

2.5.1. goed, gemakkelijk, beter

2.5.2. diep, dieper

2.5.3. voorbeelden

2.5.3.1. je kunt het gemakkelijk

2.5.3.2. hoe gemakkelijk kun je relaxen?

2.5.3.3. ben je diep in trance?

2.6. verandering van tijd

2.6.1. beginnen, eindigen, stoppen

2.6.2. starten, doorgaan, continueren

2.6.3. reeds, nog niet, nog wel, niet meer

2.6.4. voorbeelden

2.6.4.1. je kunt doorgaan met relaxen

2.6.4.2. je kunt beginnen met je te ontspannen

2.6.4.3. ga zo door

2.7. commentaar

2.7.1. gelukkig, noodzakelijk

2.7.2. voorbeelden

2.7.2.1. gelukig maar dat het beter

2.7.2.2. per ongeluk heb ik dat gedaan

3. OMGEKEERDE METAMODEL

4. INDIRECTE PATRONEN

4.1. (EC) Embedded Commands/ingesloten opdrachten

4.1.1. gebiedende wijs + iets er voor

4.1.2. voorbeelden

4.1.2.1. wanneer je gaat staan, loop dan weg

4.1.2.2. als er wordt gewerkt, wees dan stil

4.1.2.3. Zorg voor voldoende SLAAP!

4.2. (AM) Analogue Marking/analoog markeren

4.2.1. markeren van commando met toon en gebaar

4.3. (NC) Negative Commands/negatieve opdrachten

4.3.1. opdrachten iets niet te doen zodat men het juist wel doet

4.3.2. voorbeelden

4.3.2.1. zeg me niet wat je er van denkt

4.3.2.2. ga niet meteen aan de slag

4.3.2.3. zeg niet te veel

4.4. (CP) Conversational Postulates/ja/nee vragen waar je meer van verwacht

4.4.1. roept een uitgebreider antwoord op dan ja/nee

4.4.2. voorbeelden

4.4.2.1. weet je hoe laat het is

4.4.2.2. kun je me aangeven wat je hebt gehoord

4.4.2.3. wil je me vertellen wat je hebt gedaan

4.5. DUBBELZINNIGHEDEN

4.5.1. Fonologisch

4.5.1.1. dubbelzinnig gebruik

4.5.1.2. een woord klinkt hetzelfde maar heeft verschillende betekenissen

4.5.1.3. voorbeelden

4.5.1.3.1. verhalen, verhalen

4.5.1.3.2. ijs, eis

4.5.1.3.3. houd, hout

4.5.2. Scope

4.5.2.1. op welke deel slaat het bijvoegelijk naamwoord nu precies

4.5.2.2. voorbeelden

4.5.2.2.1. leuke opdrachten en vragen

4.5.2.2.2. oude mannen en vrouwen

4.5.2.2.3. mooie paarden en koeien

4.6. punt

4.6.1. dubbelzinnig gebruik van punt

4.6.2. incomplete zinnen

4.6.3. voorbeelden

4.6.3.1. ik zet koffie is lekker

4.6.3.2. de katers spelen is leuk

4.7. (EQ) Embedded Questions/ingesloten vragen

4.7.1. vraag zonder vraagteken

4.7.2. voorbeelden

4.7.2.1. ik vraag mij af of je me wel begrijpt

4.7.2.2. ik ben geïnteresseerd wat er in je boek staat

4.7.2.3. ik wil graag weten wat het doel is van deze vergadering

5. METAFOREN

5.1. (SRV) Selectie Restrictie Voilation

5.1.1. Voorbeelden

5.1.1.1. De trancestoel staat daar

5.1.1.2. de muren hebben oren

5.1.1.3. dit glas is ongelukkig

5.2. Quotes

5.2.1. Voorbeelden

5.2.1.1. ik zei nog "ga naar tiouw.com en leer NLP op de juiste manier"