Get Started. It's Free
or sign up with your email address
SNELLEZEN by Mind Map: SNELLEZEN

1. vragen stellen

1.1. wie wat waar wanneer waarom hoe

1.2. wat weet je al

1.2.1. wat is nieuw

2. HERSENTECHNIEKEN

2.1. vooraf, verkennen

2.1.1. surfen

2.1.1.1. s of v beweging over de tekst

2.1.1.1.1. waar gaat het over?

2.1.1.1.2. moeilijkheidgraad

2.1.1.1.3. waar zou je doen als je maar weinig tijd hebt

2.1.1.2. volg met je ogen je handbeweging

2.1.2. helikopter

2.1.2.1. antennes aan zetten

2.1.2.2. markeren

2.2. lezen

2.2.1. varieer in snelheid

2.2.2. aantekeningen, markeren

2.3. achteraf

2.3.1. samenvatten

2.3.1.1. verankeren in geheugen

3. lezen van tekst

3.1. vooraf

3.1.1. surfen

3.1.2. vragen stellen

3.1.3. helikopterscan

3.2. tijdens

3.2.1. lezen met gevarieerde snelheid

3.2.1.1. oogtechnieken

3.2.2. sleutelbegrippen aangeven

3.3. achteraf

3.3.1. ga over je eigen aantekeningen

3.3.1.1. vul evt. aan

4. OOGTECHNIEKEN

4.1. woorden groeperen

4.1.1. springen van groep naar groep ipv woord naar woord

4.1.1.1. lees in hapklare brokken

4.2. aanwijzer

4.2.1. trek je ogen naar voren

4.2.1.1. focus op het blad

4.3. skieen

4.3.1. zigzag beweging

4.3.2. marges

4.4. turbo

4.4.1. toneelspot

4.4.2. word spotting

4.4.2.1. scannen op begrippen

5. opdracht

5.1. tekst 1 lezen

5.1.1. snelheid meten

5.1.2. oorzaak lage snelheid

5.1.3. oorzaak hoge snelheid

5.2. observervatie

5.2.1. bekijk de oogbeweging van de ander

5.2.1.1. lezend

5.2.1.2. cirkelbeweging

5.3. tekst 1 lezen

5.3.1. oogtechnieken gebruiken

5.4. tekst 2 lezen

5.4.1. hersentechnieken

6. gewoontepatronen

6.1. terugslag

6.2. afdwalen

6.3. traag en zorgvuldig

6.4. alles lezen

6.5. aantekeningen / onderstrepen in hele zinnen

6.6. stukjes en beetjes