1. Antenne
1.1. 1 meter, verticaal polariserend
1.2. 156-163 MHz
1.3. Max op 12m hoogte op binnenwater
1.4. Coax kabel 50 Ohm
1.5. 4m verwijderd van hogere metalen delen
1.6. Niet vlakbij AIS antenne
1.7. VHF Radiogolven bewegen zich rechtlijnig voor
1.7.1. Bereik max 20 mijl
1.7.2. Propagatie
1.7.2.1. Hoe radiogolven zich verspreiden
2. Accu
2.1. Bij opladen ontstaat H2 en O2
2.2. Bijvullen met gedestilleerd water
2.3. Sulfateren
2.3.1. Ontstaat bij teveel ontladen
2.4. Rendement
2.4.1. ~75%
2.4.2. Minder bij kou
2.5. Accuzuur/Elektrolyt
2.5.1. Ontladen
2.5.1.1. Lage soortelijke massa
2.5.2. Geladen
2.5.2.1. Hoge soortelijke massa
2.6. Zekeringen
2.6.1. F = Fast
2.6.2. T = Traag
3. Verbinding
3.1. Simplex
3.1.1. Of spreken of luisteren
3.1.1.1. PTT knop indrukken tijdens spreken
3.1.2. Schepen onderling
3.1.2.1. Als 1 schip spreekt kunnen alle anderen dat niet doen
3.1.3. frequentie
3.1.3.1. Kanaal 10,16,77
3.2. Duplex
3.2.1. Gelijktijding spreken en luisteren
3.2.1.1. PTT knop ingedrukt houden
3.2.2. Walstation
3.2.3. frequenties
3.2.3.1. Kanaal 1
3.3. Semi-Duplex
3.3.1. Duplex via relay walstation
3.3.1.1. PTT knop indrukken tijdens spreken
3.3.1.2. Alleen als je dit afspreekt met het walstation
3.4. AIS
3.4.1. AIS = Automated Identification System
3.4.2. Plot GPS posities van anderen met AIS
3.4.2.1. Positie max 1x in 3 min (snelle schepen 2/3 sec)
3.4.2.2. Positie op radarscherm
3.4.3. Marifoon verplicht bij AIS
3.4.4. Verplicht in NL voor grote schepen op aangewezen vaarwater
3.4.5. Aparte registratie nodig
3.4.6. Testuitzending
3.4.6.1. Max 10 sec
3.4.6.2. Niet op kanaal 16
3.4.7. Identificatie
3.4.7.1. Radioroepnaam
3.4.7.1.1. PAxxxx t/m PIxxxx
3.4.7.1.2. PAAA t/m PIZZ
3.4.7.2. MMSI
3.4.7.2.1. =Maritime Mobile Service Identity
3.4.7.2.2. Meegezonden met DSC
3.4.7.2.3. Afgegeven door: Agentschap Telecom
3.4.7.2.4. MID nummer (3 cijfers) + 6 cijfers
3.4.7.2.5. MID + 6 cijfers
3.4.7.2.6. 0 + MID + 5c
3.4.7.2.7. 00 + MID + 4c
3.4.7.2.8. 99 + MID + 4c
3.4.7.2.9. 111 + MID + 3c
3.4.8. Class-A Transponder
3.4.8.1. 1 GPS ontvanger
3.4.8.2. 1 VHF zender
3.4.8.3. 3 VHF ontvangers
3.4.8.3.1. 1 voor digitale berichten
3.4.8.3.2. 1 voor MSI berichten
3.4.8.3.3. 1 voor maritiem radioverkeer
3.4.9. Dynamische data
3.4.9.1. Automatisch
3.4.9.1.1. Positie/Koers/Snelheid
3.4.9.1.2. Diepgang/lading
3.4.9.1.3. Haven van vertrek
3.4.9.2. Ook handmatig door bemanning
3.4.9.2.1. Haven van bestemming
3.4.9.2.2. ETA
3.5. ATIS
3.5.1. = Automatic Transmitter Identification System
3.5.1.1. Roepnaam zit er in
3.5.1.2. na loslaten PTT of na iedere 5 min
3.5.2. Afgegeven door: Agentschap Telecom
3.6. AAIC
3.6.1. = Accounting Authority Identification Code
3.6.1.1. Betaalcode voor NL: NL01
3.6.2. Voor betaling openbaar verkeer
3.6.2.1. Tijd tussen opnemen en neerleggen van WALabonnee
4. Types
4.1. Binnenvaart marifoon
4.1.1. Automatische reductie zendvermogen
4.1.2. Geen DSC
4.1.3. Geen dual/triple watch
4.1.4. Geen scanfunctie
4.1.5. ATIS nummer schakelt deze dingen automatisch uit
4.2. Zeevaart marifoon
4.2.1. Gebruikmakend van alle frequenties
4.2.1.1. Marcom A
4.2.2. Alleen korte golf
4.2.2.1. Marcom B
4.2.2.1.1. Ook nodig voor: EPIRB (Emercency Beacon) / DSC
5. Radioverkeer
5.1. Intership
5.1.1. Nautisch verkeer
5.1.2. Social verkeer
5.1.3. Leiding bij opgeroepen schip
5.2. Schip-wal
5.2.1. Openbaar
5.2.1.1. Naar telefoons
5.2.2. Havenverkeer
5.2.2.1. Ook sluis/brug/verkeersbegeleiding
5.2.3. Leiding bij walstation
6. Noodverkeer
6.1. 1. Noodverkeer
6.1.1. MAYDAY
6.1.1.1. 1. Noodsein (3x)
6.1.1.1.1. Op binnenwater
6.1.1.1.2. Op zee/ruim water
6.1.1.2. 2. Noodoproep
6.1.1.2.1. MAYDAY (3X)
6.1.1.2.2. Naam van schip (3x)
6.1.1.2.3. Roepnaam
6.1.1.2.4. Na noodoproep moet je blijven uitluisteren
6.1.1.2.5. Je mag NOOIT reçu geven
6.1.1.3. 3. Noodbericht
6.1.1.3.1. MAYDAY (1x)
6.1.1.3.2. Naam van schip (1x)
6.1.1.3.3. (MMSI)
6.1.1.3.4. Positie
6.1.1.3.5. Omschrijving
6.1.1.3.6. Gevraagde hulp
6.1.1.3.7. Extra info
6.1.1.3.8. Reçu in opdracht van schipper
6.1.2. Mag alleen in opdracht van de kapitein
6.1.3. Afhandeling op kanaal 67
6.1.4. Indien ander schip (of RCC) oproep doet
6.1.4.1. MAYDAY RELAY
6.1.5. Zwijgen opleggen
6.1.5.1. SILENCE MAYDAY
6.1.6. Einde noodverkeer
6.1.6.1. SILENCE FINI
6.1.6.1.1. Mag alleen door RCC
6.2. 2. Spoedvekeer
6.2.1. PANPAN
6.2.1.1. Vaak medische redenen
6.2.1.2. Afhandeling op een werkkanaal
6.3. 3. Veiligheidsverkeer
6.3.1. SECURITE
6.3.1.1. Bijv. stormwaarschuwing
6.3.2. Kanaal 23, 83
6.3.2.1. Aankondiging op kanaal 16
7. Tijd/Taal
7.1. UTC (=z)
7.1.1. =Universal Time Coordinated
7.1.1.1. Zomer = UTC + 2
7.1.1.2. Winter = UTC + 1
7.2. Tijdaanduiding: ddhhmm UTC
7.2.1. dd = dag van de maand
7.3. Taal
7.3.1. Spellingsalfabet kennen
7.3.1.1. Alfa
7.3.1.2. Bravo
7.3.1.3. Charlie
7.3.1.4. Delta
7.3.1.5. Echo
7.3.1.6. Foxtrot
7.3.1.7. Golf
7.3.1.8. Hotel
7.3.1.9. India
7.3.1.10. Julliett
7.3.1.11. Kilo
7.3.1.12. Lima
7.3.1.13. Mike
7.3.1.14. November
7.3.1.15. Oscar
7.3.1.16. Papa
7.3.1.17. Quebec
7.3.1.18. Romeo
7.3.1.19. Sierra
7.3.1.20. Tango
7.3.1.21. Uniform
7.3.1.22. Victor
7.3.1.23. Whisky
7.3.1.24. X-ray
7.3.1.25. Yankee
7.3.1.26. Zulu
7.3.2. Taal van het walstation
7.3.3. RPR: (Bij taalproblemen) Duits
8. Algemeen
8.1. Maritieme Telefoon
8.1.1. Buitenland: VHF-installatie
8.2. Hoofddoel
8.2.1. Verhogen veiligheid
8.2.1.1. Kan gepeild worden door kustwacht
8.2.1.2. Schepen in de buurt kunnen meedoen met reddingsoperaties
8.3. Geheimhouding: je mag niks doen met berichten die niet voor je bestemd zijn
8.4. Uitrustingsplicht geregeld in het BPR
8.5. ITU
8.5.1. = International Télécommunication Union
8.5.1.1. Regelt frequenties/MID nummers etc.
8.5.1.2. Vastgelegd in RR
8.5.1.2.1. Radio Reglement
8.5.1.2.2. In NL: Telecommunicatiewet
8.5.1.3. Regeling betreffende de radiocommunicatiedienst op de binnenwateren
8.5.1.3.1. Intrashipverkeer niet toegestaan <20m
8.5.1.3.2. Antenne 4 meter van grote objecten
8.5.1.3.3. Antenne mag niet hoger dan 12m gemonteerd worden
8.6. Squelch
8.6.1. Ruisonderdrukker
8.7. Dual watch
8.7.1. 2 kanalen gelijktijdig uitluisteren
8.7.1.1. Verboden in NL
8.8. Scrambler
8.8.1. Versleuteling
8.8.1.1. Toegestaan op openbare kanalen en speciale kanalen ervoor
8.9. Power
8.9.1. Vermogen
8.9.1.1. Laag
8.9.1.1.1. 0,5 - 1 Watt
8.9.1.1.2. Bij bruggen, sluizen, radarposten, haven in NL
8.9.1.2. Hoog
8.9.1.2.1. 6 - 25 Watt
8.9.1.2.2. Niet toegestaan op binnenwater NL
8.9.1.2.3. Behalve noodkanaal 16 kustwacht
8.10. TX
8.10.1. Transmitted Message
8.11. RX
8.11.1. Reveived Message
8.12. DSC
8.12.1. = Digital Selective Calling
8.12.1.1. Geschreven berichten
8.12.1.2. Alleen zeevaartmarifoon
9. Portofoon
9.1. Mag alleen als je ook vaste marifoon hebt
9.2. Testgesprek: via simplex kanaal
9.3. Scanning
9.3.1. Zoeken naar actieve kanalen
9.3.1.1. mag niet in NL
9.4. UHF
9.4.1. Wordt gebruikt binnen schip
10. Schepen
10.1. IMO
10.1.1. Internationale Maritieme Organisation
10.2. Grote schepen
10.2.1. ECDIS
10.2.1.1. Elektronische Waterkaart
10.2.2. Op sommige drukke vaarwegen
10.2.2.1. 2 of 3 marifoonkanalen kunnen uitluisteren
10.2.3. Meldplicht
10.2.4. Vaste marifoon
10.3. Kleine schepen
10.3.1. Indien radar of AIS
10.3.1.1. Marifoon verplicht
10.3.2. Uitluisterplicht
10.3.2.1. Bruggen/sluizen
10.3.2.2. Blokgebieden
10.3.2.3. Slecht zicht
10.3.3. Geen meldplicht
10.3.4. Mag portofoon
10.4. Verplichte documentatie
10.4.1. Registratiebewijs
10.4.1.1. In buitenland: Ship Station Licence nodig
10.4.1.1.1. # zenders
10.4.1.1.2. IMO/MMSI/AAIC
10.4.1.1.3. Scheepsnaam/Roepnaam
10.4.2. Bedieningscertificaat
10.4.2.1. Voor Marifoon/Portofoon/AIS
10.4.2.2. Schipper verantwoordelijk
10.4.3. Handboek marifonie
11. Stations
11.1. Scheepsstation
11.1.1. Leiding bij opgeroepen schip
11.2. Walstation
11.2.1. Kustwachtstation
11.2.1.1. RCC: Rescue Coordination Centre
11.2.1.1.1. Als er daadwerkelijk een reddingsoperatie wordt uitgevoerd
11.2.1.1.2. In NL: Den Helder Rescue
11.2.1.1.3. SAR: Search & Rescue
11.2.1.1.4. OSC: On Scene Coordinator
11.2.1.1.5. Geen telefoongesprekken mogelijk
11.2.2. Kuststation
11.2.2.1. Voor tel gesprekken/openbaar verkeer (niet meer in NL)
11.2.2.1.1. Radio Oostende
11.2.2.1.2. Gespeksduur
11.2.2.2. Aanroep via dichtsbijzijnde walstation
11.2.2.2.1. Meerdere gesprekken niet mogelijk
11.2.3. Verkeersbegeleidingsstation
11.2.3.1. VTS: Vessel Trafifc Servicestation
11.2.3.1.1. Vlotte doorvoer scheepvaart
11.2.3.1.2. Grote schepen meldplicht
11.2.4. Loodsstation
11.2.5. Bruggen/Sluizen
11.2.5.1. Uitluisteren verplicht
11.2.6. Jachthavens
11.2.6.1. Niet verplicht uitluisteren
11.2.7. VC Brandaris
11.2.7.1. Meldplicht voor beroepsvaart
12. Gespreksprocedure
12.1. 1. Aan wie
12.2. 2. Van wie
12.3. 3. Positie en richting
12.3.1. Afvaart/Dalvaart
12.3.2. Opvaart/Bergvaart
12.4. 4. Bericht
13. Kanalen
13.1. 6, 8
13.1.1. Intership op zee
13.2. 10, 13
13.2.1. Intership binnenwater
13.2.1.1. 10 = Standaard kanaal
13.3. 15, 17
13.3.1. Intraship binnenwater
13.4. 16
13.4.1. Op zee en groot binnenwater
13.4.1.1. 24x7 Kustwacht
13.4.1.1.1. Max 1 min
13.4.1.1.2. Geen DSC
13.4.1.2. Altijd simplex
13.5. 18, 20, 22, 84, 85
13.5.1. Sluizen en bruggen
13.6. 23, 83
13.6.1. Veiligheidsberichten kustwacht
13.7. 31
13.7.1. Jachthavens
13.8. 67
13.8.1. SAR operaties
13.8.1.1. kustwacht
13.9. 70
13.9.1. DSC kanaal
13.9.1.1. Spreken niet toegestaan
13.10. 72, 77
13.10.1. Sociaal kanaal
13.10.1.1. 72 ook voor berging op zee
13.11. 82
13.11.1. Voor bunkering/proviantisering
13.12. 88
13.12.1. Tijdelijk. Voor maritieme evenementen
13.13. IJsselmeer
13.13.1. 1
13.13.1.1. Lelystad
13.13.2. 10
13.13.2.1. Slecht zicht
13.13.3. 16
13.13.3.1. Nood/Veiligheidsberichten
13.14. Getal ervoor
13.14.1. 10 = lage frequentie
13.14.2. 20 = hoge frequentie