1. Indeling naar aard
1.1. CURATIEVE ACTIVITEITEN = Vooral gericht op beter worden.
1.2. preventieve gezondheidszorg
1.2.1. ziek worden voorkomen
1.2.1.1. milieugericht
1.2.1.1.1. zo weinig mogelijk bloot te stellen aan ziekmakende factoren door aandacht aan huisvesting,stress, milieuhygiëne, geluidshinder
1.2.1.2. mensgericht of maatschappelijk
1.2.1.2.1. richt zich naar de gezond mens als individu of in groep.kan toegepast worden in diverse levensfasen
1.3. curatieve gezondheidzorg
1.3.1. zieke mens beter te maken met gebruik van heelkundige of geneeskundige technieken, dieet, psychotherapie.
1.4. palliatieve gezonheidzorg
1.4.1. geneeskunde zal zich niet meer richten op de genezing van de ziekte , wel de pijn en de ongemakken proberen te verzachten.
2. AFKORTING
2.1. Wlz
2.1.1. Wet langdurige zorg
2.1.1.1. De Wet langdurige Zorg heeft betrekking op 24- uurszorg in een verpleeghuis, instelling of de thuissituatie.
2.1.2. In de Wet langdurige zorg (Wlz) staat welke zorg u kunt krijgen:
2.1.2.1. 1. Verblijf in een zorginstelling. ... 2.Persoonlijke verzorging en verpleging. ... 3. Medische zorg. ... 4.Dagbesteding. ... 5. Vervoer naar de plek waar u dagbesteding of dagbehandeling ontvangt. ... 6. Hulpmiddelen.
2.2. ZvW
2.2.1. Zorg verzekeringswet
2.2.2. Wat houdt de Zorgverzekeringswet in?
2.2.2.1. Iedereen die in Nederland woont of werkt, heeft recht op zorg uit het basispakket. Dit is geregeld in de Zorgverzekeringswet (Zvw). Zorg kan bestaan uit een behandeling, een dienst of een product. In de Zvw is een breed basispakket van zorg verzekerd.
2.2.3. KAN BESTAAN UIT?
2.2.3.1. EEN BEHANDELING
2.2.3.2. EEN DIENST OF
2.2.3.3. EEN PRODUCT
3. De zorgmarkt
3.1. 1 - Zorgverleningsmarkt
3.1.1. Hier komen ZORGVRAGER en ZORGVERLENER elkaar tegen.
3.1.2. VB: Zorgverlener of professional geeft zorg b.v. KNO arts verwijdert amandelen.
3.2. 2 - Zorgverzekeringsmarkt
3.2.1. VERZEKERDE en VERZEKERAAR komen elkaar tegen.
3.2.2. Verzekeraars bepalen de hoogte van de vergoeding.
3.3. 3 - Zorginkoopmarkt
3.3.1. ZORGVERZEKERAAR en ZORGPROFESSIONAL doen vraag en aanbod uitwisselen en onderhandelen over de vergoeding
4. BEGRIPPEN:
4.1. GGZ
4.1.1. Geestelijke gezondheidszorg
4.2. Wzd
4.2.1. Wet zorg en dwang
4.2.1.1. Deze wet regelt de rechten bij onvrijwillige zorg of onvrijwillige opname van mensen met een verstandelijke beperking en mensen met een psychogeriatrische aandoening (zoals dementie). Het uitgangspunt van de Wet zorg en dwang is 'Nee, tenzij'. Dat wil zeggen dat onvrijwillige zorg, zoals vrijheidsbeperking, in principe niet mag worden toegepast, tenzij er sprake is van ernstig nadeel. De wet benadrukt dat onvrijwillige zorg een allerlaatste optie is. Als het niet lukt om een vrijwillig alternatief te vinden voor de onvrijwillige zorg, wordt er steeds meer deskundigheid ingeschakeld om mee te denken. Daarbij geldt de Wet zorg en dwang niet alleen in instellingen, maar ook in de thuissituatie en in kleinschalige woonvormen. Deze drie punten zijn heel belangrijk:
4.2.1.1.1. - Het recht op vrijheid van de cliënt; - Er moet zorg verleend worden waar de cliënt mee instemt; - Onvrijwillige zorg mag alleen als het echt niet anders kan.
4.3. Echelon
4.3.1. Lijn
4.3.1.1. Nulde, eerste en 2e lijn zorg
4.3.1.1.1. Zorgverleners in de NULDE LIJN De mensen die werken bij de GGD of preventie medewerkers (onderzoekers, campagne houders)
4.3.1.1.2. Zorgverleners in de EERSTE LIJN Huisartsen, tandartsen, apothekers, fysiotherapeuten en thuisverpleging.
4.3.1.1.3. Zorgverleners in de TWEEDE LIJN Alle zorgverleners in het ziekenhuis, specialisten bijvoorbeeld een orthodontist. (het zijn allemaal zorgverleners waar je een verwijzing voor nodig hebt)
4.4. Wat is het verschil tussen Wzd en Wvggz?
4.4.1. De Wzd REGELT DE RECHTEN van cliënten met een VERSTANDELIJKE BEPERKING en cliënten met een psychogeriatrische aandoening, waarbij het in uiterste gevallen mogelijk is om onvrijwillige zorg en/of onvrijwillige opname toe te passen.
4.4.1.1. Wzd
4.4.1.1.1. Cliënten met een VERSTANDELIJKE BEPERKING en cliënten met een PSYCHOGERIATRISCHE aandoening.
4.4.2. De Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz)
4.4.3. De Wet zorg en dwang (Wzd)
4.4.4. De Wvggz ZIET TOE op dwang in de zorg voor cliënten met een PSYCHIATRISCHE stoornis.
4.4.4.1. Wvggz
4.4.4.1.1. Cliënten met een PSYCHIATRISCHE stoornis.
4.5. EPD
4.5.1. Elektronisch Patiëntendossier.
4.5.1.1. Regionale registratie patiëntengegevens.
4.6. agz
4.6.1. Algemene gezondheidszorg
4.7. mgz
4.7.1. Maatschappelijke gezondheidszorg
4.7.1.1. Maatschappelijke zorg is de zorg en ondersteuning aan mensen die hun leven niet (meer) zelfstandig kunnen vormgeven. Daardoor kunnen ze soms beperkt meedoen in de samenleving. Er is meestal sprake van isolement, uitsluiting, overlast en soms zijn ze dakloos.
4.8. jgz
4.8.1. Jeugdgezondheidszorg
4.8.1.1. Wat is JGZ? Jeugdgezondheidszorg (JGZ) is de publieke gezondheidszorg voor jeugd tussen 0 en 18 jaar. Doel van de JGZ is het bevorderen, beschermen en beveiligen van de gezondheid en de lichamelijke en geestelijke ontwikkeling van jeugdigen van 0-18 jaar, zowel individueel als op populatieniveau. JGZ vervult zo een belangrijke rol in vroegsignalering van risico’s, korte interventies en doorverwijzing.
4.8.1.1.1. Kan ook worden uitgevoerd door de GGD.
4.8.1.2. De JGZ voert voor alle kinderen preventieve screening uit: lichamelijk, cognitief en psychosociaal.
4.8.1.2.1. is nullijnszorg
4.9. Wvggz
4.9.1. Wet VERPLICHTE GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG
4.9.1.1. De Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) regelt het verlenen van verplichte zorg aan mensen met een psychische aandoening. Verplichte zorg is nodig als er door de psychische aandoening gevaar (ernstig nadeel) is of dreigt voor de persoon zelf of anderen.
4.9.1.2. VOOR MENSEN MET EEN PSYCHISCHE AANDOENING
4.10. Wzd
4.10.1. De Wet zorg en dwang
4.11. MEE
4.11.1. Wat doet MEE voor mensen met een beperking?
4.11.1.1. New node
4.11.1.2. GEVEN INFORMATIE EN ADVIES
4.11.2. INFORMATIE GEVEN OVER DE ZORG
4.12. RIVM
4.12.1. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
5. NZA
5.1. Nederlandse Zorgautoriteit
5.1.1. - eerstelijnszorg
5.1.2. - curatieve ggz
5.1.3. medisch-specialistische zorg
5.2. De NZa maakt regels voor zorgaanbieders en zorgverzekeraars en houdt toezicht op de naleving hiervan
5.2.1. De NZA controleert of zorgaanbieders, zorgverzekeraars en zorgkantoren zich aan de regels houden.
5.2.2. De NZA voert overleg met verschillende partijen om ervoor te zorgen dat mensen de zorg krijgen waar zij recht op hebben.
5.2.3. Ook adviseert de NZA het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en sport (VWS).
6. Mantel zorgers of vrijwilligers
6.1. Nemen vaak de dagelijkse zorg op zich:
6.1.1. - maaltijd bereiden.
6.1.2. - helpen met wassen en aankleden.
6.1.3. vervoer van en naar ziekenhuis.
6.2. MANTELZORG
6.2.1. Kenmerkend voor mantelzorg is de reeds bestaande persoonlijke band tussen de mantelzorger en zijn of haar naaste.
6.3. VRIJWILLIGERS
6.3.1. Een vrijwilliger is iemand die uit vrije wil werkzaamheden verricht, buiten een vast dienstverband.
7. SPECIALISATIES BINNEN DE ZORG
8. 5 - STELSELWETTEN
8.1. Alle zorg die in Nederland collectief wordt gefinancierd: 1 t/m 5
8.1.1. WETTEN RONDOM DE FINANCIERING.
8.2. 1 - ZvW
8.2.1. Zorg verzekering wet
8.2.1.1. Gaat over de curatieve zorg. Dus de op genezing gerichte zorg.
8.3. 3 - Wmo
8.3.1. Wet maatschappelijke ondersteuning
8.3.1.1. Betreft de ondersteuning voor kwetsbare mensen.
8.3.1.2. Zelf aanvragen/melding maken bij Wmo loket van de gemeente.
8.3.1.2.1. B.v. poetshulp thuis
8.3.1.2.2. B.v. scootmobiel
8.4. 2 - Wlz
8.4.1. Wet langdurige zorg
8.4.1.1. Regelt de meest zware en intensieve zorg voor mensen die 24 uur per dag zorg en toezicht nodig hebben.
8.5. 4 - Jeugdwet
8.5.1. Regelt de jeugdzorg
8.5.1.1. Voor kinderen en jongeren is er de jeugdwet. In deze wet is bijna alle zorg en ondersteuning geregeld voor kinderen en jongeren onder de 18 jaar. Soms is voor jeugd ook zorg vanuit de Zorgverzekeringswet, de Wet langdurige zorg of de Wmo aan de orde.
8.5.1.1.1. Burgers Burgers betalen aanbieders zelf voor zorg die buiten het gemeentelijk aanbod valt. Het Rijk bekostigt gemeenten via de integratie-uitkering sociaal domein (in het Gemeentefonds). Gemeenten betalen aanbieders via een subsidie of inkoopcontract.
8.5.1.1.2. HET RIJK bekostigt gemeente
8.5.1.1.3. BURGER BURGERS betalen aanbieders voor zorg die buiten het gemeentelijk aanbod valt.
8.6. 5 - Wpg
8.6.1. Wet publieke gezondheid
8.6.1.1. quarantaine bij Corona
8.6.1.2. De Wet publieke gezondheid (Wpg) regelt de organisatie van de openbare gezondheidszorg, de bestrijding van infectieziektecrises en de isolatie van personen en vervoermiddelen die internationaal gezondheidsgevaren kunnen opleveren. Hierbij spelen onder andere GGD'en en het RIVM een belangrijke rol.
8.7. PGB
8.7.1. Als u door ziekte, handicap of ouderdom zorg nodig heeft, kunt u in aanmerking komen voor een Persoonsgebonden budget (PGB).
8.7.1.1. 4 SOORTEN
8.7.1.1.1. 1. VIA WLZ voor mensen met intensieve langdurige zorg. Chronisch etc.
8.7.1.1.2. 2. VIA WMO huishoudelijke hulp, dagbesteding. Voorzieningen hulpmiddelen.
8.7.1.1.3. 3. VIA ZVW voor mensen met persoonlijke verpleging en of verzorging nodig hebben aan intensieve zorg. B.v. thuis autisme.
8.7.1.1.4. 4. VIA Jeugdwet : bedoeld voor kinderen en jeugdigen die zorg nodig hebben, zoals persoonlijke verzorging begeleiding of kortdurend verblijf.
8.7.2. DOOR ZIEKTE
8.7.3. DOOR HANDICAP
8.7.4. DOOR OUDERDOM
8.7.5. DE VERZEKERAAR, HET ZORGKANTOOR OF GEMEENTE BESLIST OF EEN PGB WORDT TOEGEKEND EN WELKE VOORWAARDEN DAARBIJ HOREN.
8.8. ZORG IN NATURA
8.8.1. Zorg in natura is zorg die de zorgaanbieder voor u regelt.
9. COMPLENMENTAIRE ZORG
9.1. D.w.z : Het gebruik van (TOETS) E-Health in aanvulling op de reguliere (face to face) zorg.
9.1.1. B.v. beeldbellen.
9.1.1.1. TOETS / Wordt ook wel BLENDED CARE genoemd.
9.2. Complementaire zorg is : aanvullende zorg, die gegeven wordt naast de reguliere zorg die u krijgt voor uw aandoening. Complementaire zorg gaat uit van een holistische benadering waarbij de zorg de lichamelijke, emotionele, mentale, spirituele en sociale behoeften omvat. Complementaire zorg kan vermindering geven van klachten zoals pijn, misselijkheid, braken, angst, vermoeidheid en slaapproblemen. Daarnaast richt complementaire zorg zich vooral op het bevorderen van ontspanning en comfort. De zorg is niet klachtgericht maar gezondheidsgericht.
9.2.1. Richt zich op ontspanning en comfort.
9.2.2. Wordt gegeven naast reguliere zorg.
9.2.3. Kan vermindering geven van klachten zoals pijn.
9.2.4. Gaat uit van een holistische benadering.
9.2.5. IS NIET KLACHTGERICHT
9.3. MASSAGE ACUPUNCTUUR, MUZIEKTHERAPIE.
9.4. New node
10. ALTERNATIEVE ZORG
10.1. OSTEOPAAT.
10.2. CHIROPRACTOR.
10.3. HOMEOPAAT.
10.4. ACUPUNCTURIST.
10.5. RELIGNIEUZE GENEZER.
10.6. ANTROPOSOOF.
10.7. PARANORMALE GENEZER.
10.8. Holistische benadering: Iets is holistisch wanneer er naar het geheel wordt gekeken en niet naar de som van de verschillende onderdelen waarvan iets is opgebouwd. Bij een holistische geneeswijze wordt het gehele individu betrokken.
11. HOLISTISCHE benadering
11.1. Bij deze geneeswijze wordt het gehele individu betrokken.
12. TOETS - ICD
12.1. classificatiesysteem sterftecijfers in ziekenhuizen.
13. WETTEN RONDOM DE KWALITEIT
13.1. WKKGZ
13.1.1. De Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg
13.1.1.1. Doel ervoor te zorgen dat iedereen goede zorg krijgt.
13.1.1.2. DOEL van de Wkkgz: openheid over klachten en ongewenste gebeurtenissen en ...
13.1.2. Waar staat Wkkgz voor? De overheid wil dat iedereen goede zorg krijgt. Daarom heeft de overheid wettelijk vastgelegd wat goede zorg precies inhoudt. En wat er moet gebeuren als mensen een klacht hebben over de zorg. Dit staat in de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz).
13.2. BIG
13.2.1. Wat houdt de Wet BIG in? De Wet BIG gaat over de beroepen in de individuele gezondheidszorg. In de De Wet BIG(Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg) staan onder meer regels en normen om patiënten te beschermen tegen ondeskundig en onzorgvuldig handelen door zorgverleners.
13.2.2. Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg
13.2.3. In de Wet BIG (artikel 3) worden 11 beroepsgroepen genoemd: apotheker, arts, fysiotherapeut, gezondheidszorgpsycholoog, klinisch technoloog, orthopedagoog-generalist, physician assistant, psychotherapeut, tandarts, verloskundige en verpleegkundige.
14. Activiteit van de zorg
14.1. ( TOETS ) CURE Vertaalt; genezen)
14.1.1. Het doel van cure instellingen is het komen tot genezing/bevordering van herstel, met de daarbij behorende verpleging en verzorging.
14.1.2. - Algemene ziekenhuizen - Academische ziekenhuizen - Specialistische klinieken
14.2. CARE Vertaalt; verzorging)
14.2.1. Heeft als doel het zoveel mogelijk beperken van nadelen van ziekten, stoornissen en beperkingen. De daarbij horende activiteiten zijn verpleging, begeleiding en verzorging.
14.2.2. - Gehandicaptenzorg - Thuiszorg - Ouderenzorg
14.2.2.1. Ook
14.2.2.1.1. Chronisch zieken
14.2.2.1.2. Mensen met een handicap
14.2.2.1.3. Ouderen die professionele zorg of begeleiding nodig hebben
14.2.3. Richt zich op zorg dat langer dan een jaar duurt.
14.3. Leg in het kort het verschil tussen "Cure" en "Care"uit.
14.3.1. Cure heeft als doel om te komen tot genezing/bevordering van herstel, met de daarbij behorende verpleging en verzorging.
14.3.2. Care heeft als doel het zoveel mogelijk beperken van nadelen van ziekten, stoornissen en beperkingen. De daarbij horende activiteiten zijn verpleging, begeleiding en verzorging.
15. Toegankelijkheid van de zorg
15.1. Nuldelijn - EHCELON
15.1.1. = PREVENTIEVE ZORG
15.1.2. KENMERKEN
15.1.2.1. 1 - Aangeboden zonder dat iemand er om vraagt 2 - Zorg aan risico groep / borstonderzoek 3 - Voorkomen dat mensen ziek worden / PREVENTIEVE ZORG
15.1.3. VOORBEELDEN:
15.1.3.1. - Campagne stoppen met roken - Consultatiebureau - Inentingen vaccinaties 1 - 4 jarige - Griepprik
15.2. Eerstelijnszorg - ECHELON
15.2.1. KENMERKEN
15.2.1.1. • Ten eerste moet de zorgvrager zelf om hulp vragen
15.2.1.2. • Ten tweede is de zorg bedoeld voor degene die erom heeft gevraagd, voor de zorgvrager dus
15.2.1.3. • Ten derde is de zorg die zij verlenen algemeen
15.2.2. Geen verwijzing voor nodig.
15.2.3. VOORBEELDEN
15.2.3.1. Tandartsen, wijkverpleegkundigen, huisartsen, logopedisten, kraamverzorgenden, maatschappelijk werkers, verloskundigen, gezinsverzorgsters, bejaardenverzorgsters, apothekers en fysiotherapeuten.
15.3. Tweedelijnszorg - ECHELON
15.3.1. KENMERKEN
15.3.1.1. -Ten eerste vraagt de zorgvrager zelf om zorg. DE zorgvrager moet daarvoor eerst naar de huisarts. De huisarts beslist of hij de zorgvrager naar de tweede lijn verwijst.
15.3.1.2. - Ten tweede is de zorg gericht op de zorgvrager.
15.3.1.3. - Ten derde is de zorg in deze lijn specialistisch. Dat betekent dat deze zorgverleners heel veel weten over een klein gebied van de gezondheidszorg.
15.3.2. VOORBEELDEN
15.3.2.1. De specialisten in het ziekenhuis zijn de zorgverleners van de tweede lijn. Denk maar eens aan longartsen, cardiologen en internisten.
16. Intensiviteit van de zorg / INDELING NAAR PLAATS.
16.1. TRANSMURAAL= Intramurale
16.1.1. ''tussen de muren''
16.1.1.1. VOORBEELDEN
16.1.1.1.1. verzorgingstehuis, verpleeghuis, inrichting voor zorgvragers met een geestelijke handicap en de psychiatrische inrichting.
16.1.1.1.2. VERPLEEGHUIS
16.1.2. = Semi-murale zorg
16.1.2.1. "half muurlijk"
16.2. EXTRAMURAAL zorg
16.2.1. ''buiten de muren''
16.2.1.1. - De grootste zorgverlener is de Thuiszorg. - Zorgt ervoor dat zorgvragers thuis verpleegd en verzorgd worden.
16.2.1.2. VOORBEELD
16.2.1.2.1. Helpenden.
16.2.1.2.2. Wijkverpleegkundige
16.2.1.2.3. THUISZORG
16.3. LKT - 2 - TOETS - SEMIMURALE zorg
16.3.1. ''half muurlijk''
16.3.1.1. DWZ
16.3.1.1.1. - Dat de zorgvrager half binnen en half buiten de muren van een instelling is. - Hij wordt binnen de muren van een instelling behandeld. - Na een behandeling gaat hij direct weer naar huis
16.3.1.2. VOORBEELD
16.3.1.2.1. Poliklinieken in het ziekenhuis.
16.3.1.2.2. DAGOPVANG
16.4. New node
17. Doelgroep van de zorg
17.1. Algemene gezondheidszorg
17.2. Maatschappelijke gezondheidszorg
17.3. Jeugdgezondheidszorg
17.4. Geestelijke gezondheidszorg
18. VRAGEN
18.1. Wat is het doel van curatieve zorg?
18.1.1. Herstel van lichaam en geest.
18.2. Wat is curatieve zorg?
18.2.1. New node
18.3. De curatieve zorg is in te delen in drie taken welke?
18.3.1. preventie
18.3.2. behandeling
18.3.3. genezing
18.4. Wat is de kerngedachte van de verzorgingsstaat?
18.4.1. Solidariteit
18.5. Wat is een verzorgingsstaat?
18.5.1. Is een staat waarin de WELVAART en het WELZIJN van de burgers centraal staat.
18.5.2. Drie pijlers vormen het fundament van een verzorgingsstaat: sociale zekerheid via uitkeringen en financiële regelingen voor bijvoorbeeld zieken en ouderen, goed onderwijs en een goede gezondheidszorg. Om dit te bekostigen dient de overheid voldoende inkomsten te hebben.
18.6. Wat zijn de pijlers van de verzorgingsstaat?
18.6.1. 1 Onderwijs,
18.6.2. 2. Gezondheidszorg,
18.6.3. 3. Sociale zekerheid.
19. Soorten ziekenhuizen
19.1. acute instellingen
19.1.1. algemene ziekenhuizen zonder universitaire bedden
19.1.2. algemene ziekenhuizen met universitair karakter minder dan 50% van de totale capaciteit
19.1.3. universitaire ziekenhuizen
19.2. exclusief geriatrische instellingen
19.3. gespecialiseerde instellingen
19.4. psychiatrische ziekenhuizen
19.4.1. gespecialiseerd in begeleiding van ZV die lijden aan diverse vormen van psychiatrische klachten
20. Indeling naar zorgbehoefte:
20.1. New node
21. Professionele zorg en informele zorg
21.1. professionele zorg
21.1.1. Zorg die deskundigheid vraagt.
21.1.2. Iemand moet een opleiding hebben gevolgd.
21.1.3. Wordt tegen betaling geleverd.
21.1.4. Word uitgevoerd op basis van protocollen en richtlijnen.
21.2. informele zorg
21.2.1. Zorg die geleverd word door mantelzorgers en vrijwilligers werk.
21.3. New node
22. PATIËNTENVERENIGING
22.1. Wat is de voornaamste taak van een patiëntenvereniging?
22.1.1. Patiëntenverenigingen zijn organisaties die opkomen voor de belangen van patiënten, hun ouders en andere familieleden. Er zijn verenigingen voor mensen met een bepaalde ziekte of handicap en er zijn algemene patiëntenverenigingen.
23. PARTICIPATIEMAATSCHAPPIJ
23.1. Onze samenleving moest veranderen van een verzorgingsmaatschappij naar een participatiemaatschappij. Een maatschappij waarin iedereen die kan, verantwoordelijkheid neemt voor zijn of haar eigen leven en omgeving. Door de bezuinigingen worden mensen gedwongen om steeds meer gebruik te maken van hun sociaal netwerk. Dit is voor beide partijen wennen en vaak moeilijk. Voor de vragende partij is het lastig om een beroep te doen op hun omgeving, die het al zo druk heeft en voor het netwerk is het lastig om de tijd te vinden om de vragende partij te helpen en te ondersteunen. Uiteindelijk zullen mensen op de veranderde samenleving gaan inspelen. Er komen andere woonvormen in beeld en er worden particuliere instantie opgericht die inspelen op de vraag.
24. Wat is de NANDA methode?
24.1. Het is een classificatie die verpleegkundigen helpt een diagnose te stellen.
24.2. De North American Nursing Diagnoses Association
25. Hoe wordt deze zorgaanbieder betaald? Dat kan op twee manieren. Via Zorg in Natura ( ZIN ) of via het Persoonsgebonden budget ( pgb ).
25.1. ZIN
25.1.1. ZORG IN NATURA
25.2. PGB
25.2.1. PERSOONSGEBONDEN BUDGET