1. Karakter
1.1. Sociaal
1.1.1. Een informatie analist moet goed kunnen communiceren met de klant.
1.2. Onderzoekend
1.2.1. Als informatie analist moed je goed kunnen onderzoeken. Je moet namelijk gegevens kunnen omzetten naar informatie.
2. Methoden/Technieken
2.1. Analyseren
2.1.1. Uit een grondige analyse komt informatie voor die wordt omgezet naar gegevens die gebruikt worden om oplossingen voor problemen in het automatiseringsproces te ontwikkelen.
2.2. Ontwerpen
2.2.1. Het is belangrijk dat je als informatie analist de gegevens overzichtelijk kunt presenteren.
2.2.2. Het ontwerp moet voor de klant makkelijk te begrijpen zijn.
3. Taken
3.1. Communicatief
3.1.1. Een informatie analist moet bereid zijn om advies te geven aan klanten, waarmee zij hun wensen en eisen kunnen realiseren.
3.1.2. Een informatieanalist onderzoekt en evalueert de informatiebehoefte binnen een organisatie.
3.1.3. Adviseren van de klant over het optimaliseren van arbeidsprocessen, procedures of dagelijkse werkzaamheden middels het uitbreiden of aanpassen van informatiesystemen
3.1.4. Opstellen van systeemprincipes in overleg met gebruikers en management