HET HERFSTBOS

1. blaadjes verteerd door bacteriën en zwammen = humus = soort aarde vol voedingstoffen

2. het bos

2.1. boomlaag, struiklaag, kruidlaag, strooisellaag

3. veen = dikke grondlaag van plantenresten, soort moeras

3.1. hoogveen = hoger dan grondwater, regenwater nodig

3.2. laagveen = lager dan grondwater, onder water gevormd

3.3. na 100 jaren veen = turf

3.4. Hoge Venen, Duitstalige gemeenschap

4. kruid

4.1. stengel = kruidachtig, groen, sappig, buigzaam

5. boom

5.1. stam = houtachtig, dik, 1, niet buigzaam

5.2. takken = bovenaan vertakt

5.3. grootte = +10m hoog

6. sporenplant = sporendoosjes, bladeren, stengel, wortels (varen, mos, paddenstoel)

6.1. paddenstoel = hoed, sporenplaatjes, ring, steel, beurs, zwamvlok

7. kleur= lok, afschrik, schut/camouflage, signaal

8. symbiose = bomen en zwammen hebben elkaar nodig om te overleven (blaadjes-water, voedingstoffen)

9. struik

9.1. stam = houtachtig, droog, niet buigzaam

9.2. takken = onderaan vertakt

9.3. grootte = -10m hoog

10. zaadplant = zaden, bloemen, vruchten, bladeren, stengel, wortels (boterbloem)

11. vogels = uitwerpselen, etensresten, zaagsel, nesten, veren

11.1. veren = donsveer (warmte), dekveer (droog), slappen, staartpen (remmen)

12. landbouw = akkerbouw, melkvee, pluimvee, vleesvee, fruitteelt, tuinbouw, visserij

12.1. klassieke landbouw

12.2. biologische landbouw