1. krimpende wereld
1.1. tijd-ruimtecompressie
1.1.1. ligging veranderd
1.1.1.1. absolute ligging
1.1.1.2. relatieve ligging
1.1.1.2.1. mainport
1.1.2. afstand krimpt
1.1.2.1. absolute afstand
1.1.2.2. relatieve afstand
1.1.2.2.1. afstandsverval
2. transport
2.1. transporttechnologie
2.1.1. reistijden gedaalt
2.1.2. goedkoper
2.1.3. infrastructuur verbetert
2.2. interactietheorie
2.2.1. complimentariteit
2.2.2. transporteerbaarheid
2.2.3. geen tussenliggende mogelijkheden
2.3. verandering goederen vervoeren
2.3.1. verbetering infrastructuur
2.3.2. internationale handel door deregulering en liberalisering
2.3.3. verdwijning politieke barrières
2.3.4. innovaties op transportgebied
3. de eeuw van de informatie
3.1. communicatie- en informatietechnologie
3.1.1. mondiale netwerken
3.2. beïnvloeding intensiteit internationale communicatie
3.2.1. economische factoren
3.2.2. geografische factoren
3.2.3. culturele factoren
4. Economisch bekeken
4.1. WTO (Wereldhandelsorganisatie)
4.1.1. vrije markteconomie
4.1.1.1. mno's (multinationale ondernemingen)
4.1.1.1.1. verbetering transport/communicatie theorie
4.1.1.1.2. vrijhandel
4.1.1.1.3. productieketen
4.2. economische globalisering
5. politiek bekeken
5.1. politieke globalisering
5.2. invloed verdwenen naar
5.2.1. internationale organisaties
5.2.1.1. VN
5.2.1.2. EU
5.2.2. transnationale organisaties
5.2.2.1. ngo's
5.2.2.2. actiegroepen (internationaal)
5.2.3. lagere bestuursniveaus
5.2.3.1. steden onderling
5.3. wereldorde
5.3.1. blokvorming
5.4. burgerschap
5.4.1. regionalisme
6. cultureel bekeken
6.1. culturele globalisering
6.2. uitwisseling cultuurelementen
6.2.1. homogenisering
6.2.1.1. lingua franca
6.2.2. heterogenisering
6.2.2.1. multiculturele wijken
6.3. waarom geen wereldcultuur
6.3.1. verwestering beperkt tot materiële zaken
6.3.1.1. culturele identiteit
6.3.2. alleen door bovenlaag
6.3.3. toeristen opzoek naar cultuur
7. tot 1980
7.1. hegemoniale staat
7.1.1. Portugal
7.1.1.1. verdrag van Tordesillas
7.1.2. Nederland
7.1.2.1. exploitatiekolonies
7.1.2.1.1. leverde grondstoffen
7.1.2.1.2. afzetmarkt
7.1.2.2. vestegingskolonies
7.1.2.2.1. het land werd bezet
7.1.2.2.2. inheemse bevolking vermoord/ verdreven
7.1.3. Engeland
7.1.3.1. banden gebieden wereld verstevigd
7.1.3.1.1. industriële revolutie
7.1.3.1.2. sterke verbetering transport
7.2. imperialisme
7.2.1. dekolonisatie
8. na 1980
8.1. ontwikkelingen
8.1.1. wereldwijd netwerk door mno's
8.1.2. snelle ontwikkeling transport- en communicatietechnologie
8.2. geografische gevolgen
8.2.1. uitschuiving
8.2.1.1. produceren in lage lonen landen
8.2.2. mno's alleen nog kernzaken
8.2.3. globalisering overal merkbaar
8.2.4. tweedeling wereld
8.2.4.1. fast world
8.2.4.1.1. triade
8.2.4.2. slow world
8.2.4.2.1. fragmentarische modernisering
8.2.4.2.2. backwash-effecten
8.2.4.2.3. spreadeffecten
9. een blik in de toekomst
9.1. global shift
9.1.1. politiek
9.1.1.1. Azië neemt de macht
9.1.1.2. multipolaire wereldorde
9.1.2. economisch
9.1.3. geografisch
9.1.3.1. economisch zwaartepunt van verenigde staten zal westwaarts schuiven
9.2. geopolitiek
9.3. andersglobalisten (critici)
9.3.1. mno's --> ondergang lokale bedrijven
9.3.2. milieuvervuiling door mno's