Hoe verlopen de kosten naarmate de productie stijgt?

1. Technische optimale punt

1.1. Punt waar de MK het kleinst is.

2. Kostenbegrippen

2.1. Vaste kosten -> VK = kosten die constant blijven en die altijd terugkomen. Bvb: de huur, de lonen, het bureau, ....

2.2. Variabele kosten -> VK = kosten die afhankelijk zijn van de productie. Bvb: grondstoffen,...

2.3. Gemiddelde kosten -> GK = de gemiddelde kosten per product, als men 100 euro gebruikt voor 20 taarten te bakken dan kost 1 taart 5 euro. Want 5 euro x 20 taarten= 100 euro.

2.4. Marginale kosten -> MK = de extra kosten voor de productie van 1 extra eenheid.

3. Wijziging productiemiddelen op korte termijn.

3.1. Op korte termijn gaat men ervan uit dat het aantal eenheden dat men in een gegeven periode kan voortbrengen met de beschikbare hoeveelheid kapitaalgoederen,de productiecapaciteit, constant blijft.

4. Het verloop van de curves indien de variabele kosten niet proportioneel stijgen.

4.1. TVK -> totale variabele kosten

4.2. TK -> totale kost

4.3. GK -> gemiddelde kost

5. Verschillende curves en Y-as

6. Wet van toe- en afnemende meeropbrengst.

6.1. Bij toevoeging van steeds meer eenheden van een variabele factor, terwijl de andere productiefactoren constant gehouden worden, zal de fysieke meer opbrengst eerst toenemen, later bij een bepaald punt afnemen, en tot slotte negatief worden.