1. vorm
1.1. iso
1.1.1. internationale programmeerwijze
1.1.2. codes zelf invoeren
1.2. dialoog
1.2.1. vraag + antwoord
2. product op CNC machine
2.1. economisch aspect
2.1.1. grote series
2.1.2. middel grote series
2.1.3. herhalingen producten
2.2. complexiteit
2.2.1. hoeveelheid info
2.2.2. maten
2.2.3. vormen
2.2.4. tolleranties
2.3. nauwkeurigheid
2.3.1. kwaliteit
2.3.2. repeteernauwkeurigheid
2.4. aanwezige machines + hulpgereedschap + vakmanschappen
3. werkvoorbereider
3.1. hoogte mogelijkheden machines
3.1.1. effectief mogelijk programma te maken
3.2. werkvoorbereiding
3.2.1. conventioneel
3.2.1.1. overlaten aan vakman
3.2.2. cnc
3.2.2.1. zinvol om een goedwerkplan op te stellen
3.2.2.2. dat de bewerkingstappen duidelijk zijn
4. systematische aanpak
4.1. fouten vinden en verminderen en verbeteren
4.2. duidelijke werkwijze
4.3. goed geheugensteun
4.4. eenvoudig wijzigingen aanbrengen
5. programma dat geschreven wordt is afhankelijk van
5.1. organisatie en afspraken
5.2. capaciteit + ervaring
5.3. intelligentie van de besturing
5.4. complexiteit werkstuk
5.5. efficiënte tijdbesteding
5.6. kosten verdeling
6. CNC geheuren
6.1. hoofd + onderprogramma's
6.1.1. opmerking programmeur
6.1.2. ingesteld toerental hoofd spindel
6.1.3. gereedschapswissel
6.1.4. verplaatsing x as
6.1.5. cycli met geometrische gegevens
6.1.6. koelpomp aanzetten
6.2. werkgeheugen
6.2.1. berekening tussenpunten radius
6.2.2. omzetten van absoluut naar incrementeel
6.2.3. bijhouden wachttijd
6.2.4. berekenen bewegen cycli
6.3. machine constant geheugen
6.3.1. totale lengte x as
6.3.2. max toerental hoofdspindel
6.3.3. type meetsystemen
6.3.4. toegestaan vermogen motor
6.3.5. max aantal gereedschappen
6.3.6. wisselpositie gereedschappen
6.4. gereedschapsgeheugen
6.4.1. radius van gereedschap
6.4.2. uitsteeklengte
6.4.3. teller standtijd
6.4.4. compensatie gereedschap slijtage
7. soorten
7.1. fagor
7.2. siemens
7.3. fanuc
7.4. mazak
7.5. okuma
7.6. heindenhain
8. geschiedenis
8.1. 1960:
8.1.1. conventioneel
8.1.1.1. enkel stuk
8.1.1.2. kleine serie
8.1.2. gemechaniseerd
8.1.2.1. grote series
8.1.3. langer bezig + meer opspanningen
8.1.4. 2de wereldoorlog: bommen, vliegtuig
8.2. 1980:
8.2.1. conventioneel
8.2.2. 1ste cnc machine
8.2.2.1. NC : as bewegingen nummeric control
8.2.3. producten complexer + betaalbaarder
8.3. 1990-nu
9. bewerkingsplan
9.1. totale bewerkingsafloop tot gewenst eindproduct
9.1.1. volgorde
9.1.2. manier bewerken
9.1.3. verspaningscondities
9.1.4. welke opspanningen
10. voordelen
10.1. blokken
10.1.1. overzichtelijk
10.1.2. goed leesbaar
10.1.3. herkenbaar
10.1.4. vergeten van stappen tot minimum beperken
10.1.5. terugzoeken van bewegingspatronen vereenvoudigd
10.2. standaardisatie
10.2.1. vergeten van functies
10.2.2. handelingen eenvoudiger
10.2.3. voor iedereen leesbaar
10.3. cycli
10.3.1. programma korter
10.3.2. overzichtelijker
10.3.3. eenvoudiger
10.3.4. minder fouten