1. definitie
1.1. een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig patroon van significante problemen op vlak van onoplettendheid en/of hyperactiviteit-impulsiviteit
2. primaire gedragskenmerken
2.1. onoplettendheid
2.1.1. afgeleid door prikkels
2.1.2. ongestructureerd werken
2.1.3. moeite met opvolgen van instructies
2.2. hyperactiviteit-impulsiviteit
2.2.1. onrustig bewegen
2.2.2. ontbreekt innerlijke controle
3. secundaire gerdagskenmerken
3.1. leerachterstand
3.2. opstandige houding
3.3. sociale en emotionele problemen
3.4. lage frustratietolerentie
3.5. risico voor de toekomst
4. fenotypes
4.1. overwegend onoplettend type
4.1.1. aandachtsproblemen
4.1.2. valt minder op
4.2. overwegend hyperactief-impulsief type
4.2.1. hyperactiviteit-impulsiviteit
4.3. gecombineerde type
4.3.1. aandachtsproblemen en hyperactiviteit-impulsiviteit
4.3.2. meest voorkomend
5. neuropsychologische kenmerken
5.1. executieve dysfunctietheorie
5.1.1. problemen met EF
5.1.1.1. responsihibitie
5.1.1.2. werkgeheugen
5.1.1.3. planning
5.1.1.4. timemanagement
5.2. aandacht
5.2.1. problemen met aandacht
5.2.1.1. afhankelijk van de context
5.3. toestandsregulatiehypothese
5.3.1. aanpassen van alertheid aan de omgeving
5.3.2. positieve factoren alertheidsniveau
5.3.2.1. motivatie
5.3.2.2. constante opeenvolging van prikkels
5.3.2.3. beloning
5.3.2.4. tijdstip van de dag
5.4. delay-aversion hypothese
5.4.1. afkeer voor uitstel
5.4.2. onmiddelijk alles willen doen
5.4.3. hyperactief & storend gedrag
5.4.3.1. manier om met onaangename gevoel van wachten om te gaan
6. prevalentie & comorbiditeit
6.1. 5%
6.1.1. 2 à 3 keer zoveel bij jongens
6.2. comorbiditeit: 50 à 80%
6.2.1. gedragsstoornissen, leerstoornissen
7. beloop & prognose
7.1. beloop
7.1.1. heel jonge kinderen
7.1.1.1. hyperactiviteit-impulsiviteit
7.1.2. basisschoolleeftijd
7.1.2.1. onoplettendheid
7.1.3. adolescentieperiode
7.1.3.1. innerlijke rusteloosheid
7.1.3.2. aandachtsproblemen
7.1.3.3. plannings- en organisatieproblemen
7.2. prognose
7.2.1. factoren in de omgeving
7.2.1.1. ouder-kind interacties
7.2.1.2. opvoedingsvaardigheden
7.2.1.3. steun en begrip
7.2.2. kindfactoren
7.2.2.1. fenotype
7.2.2.2. ersnt van symptomen
7.2.2.3. comorbide stoornissen
7.2.2.4. goede intelligentie
7.2.2.5. sterk geheugen
7.2.2.6. doorzettingsvermogen
7.2.2.7. creativiteit
8. multifactoriële etiologie
8.1. genetesiche factoren
8.2. risicofactoren in de omgeving
8.2.1. complicaties tijdens zwangerschap
8.2.2. alcohol, nicotine, stress
8.3. neurobiologische factoren
8.3.1. neuroanatomische en -fysiologische verschillen