woordsoorten
저자: Katleen Croes
1. voorzetsels (vz)
1.1. drukt plaats, tijd, verband uit
1.2. vaak voor zn of als vast vz bij een werkwoord
2. voornaamwoordn (vnw)
2.1. persoonlijk voornaamwoord
2.2. bezittelijk voornaamwoord
2.3. wederkerend voornaamwoord
2.4. aanwijzend voornaamwoord
2.5. wederkerig voornaamwoord
2.6. vragend voornaamwoord
2.7. onbepaald voornaamwoord
2.8. betrekkelijk voornaamwoord
3. telwoorden (tw)
3.1. hoofdtelwoorden of rangtelwoorden
3.2. bepaald of onbepaald
4. tussenwerpsel
4.1. staat los van de zin
4.2. losse woorden / zelfstandig uitroep
5. bijwoord
5.1. meer info over bn, ander bw of ww
5.2. BWB in de zin
6. lidwoorden (lw)
6.1. onbepaald (een)
6.2. bepaald (de/het)
6.3. ontkennend
7. zelfstandig naamwoord (zn)
7.1. mensen, dieren, dingen
7.2. soortnaam of eigennaam
7.3. altijd een lidwoord mogelijk
7.4. verbuigen: enkelvoud of meervoud
7.5. genus: mannelijk, vrouwelijk of onzijdig
8. werkwoord (ww)
8.1. handeling, toestand of proces
8.2. vervoegen: tijden OTT, VTT, OVT, VVT, OTkT
8.3. vervoegen: PV bij het onderwerp van de zin
9. voegwoord (vw)
9.1. verband tussen zinnen
9.2. nevenschikkend of onderschikkend
10. bijvoeglijk naamwoord (bn)
10.1. voor zn of bij KWW (NWG)
10.2. eigenschap of toestand
10.3. verbuigen: meestal + 'e' voor zn, in meervoud
10.4. verbuigen: meestal + 'e' na 'het'