SPAR

1. Lokaal

1.1. Betrokken

1.1.1. Vriendschap

1.1.1.1. Zekerheid

1.2. Bekend

1.2.1. Vertrouwd

1.3. Gezelligheid

1.4. Comfort

2. Gezellig

2.1. Sfeer

2.1.1. Positief

2.1.1.1. Lachen

2.1.1.1.1. Aandacht

3. Gemak

3.1. Tijd

3.1.1. Dichtbij

3.1.1.1. Huis

3.1.1.1.1. Famile

4. Duur

4.1. Kwaliteit

4.1.1. Zekerheid

5. Service

5.1. Aandacht

5.1.1. Luisteren

5.1.1.1. Gevoel

5.1.2. Gehoord worden

5.1.2.1. Thuis

5.1.2.2. Prettig

5.1.2.2.1. Ontspannen

6. Betrokken

6.1. Aardig

6.2. Lokaal

6.2.1. Bekend

6.2.1.1. Vertrouwd

6.2.1.2. Veilig

6.2.1.3. Zekerheid

6.2.1.3.1. Geen verrassing

6.2.1.4. Betrokken

6.2.1.5. Makkelijk

6.3. Vriendelijk

6.4. Prettig

6.5. Fijn voelen

6.6. Thuisgevoel