BC: Held op sokken

1. Draken

1.1. vuur spuwen, vleugels, schubben, sterke huid, grote tanden, wijze wezens, vier poten, een staart, nagels klauwen, groen, fantasiefiguur, vliegen, slechte en goede, grot, grote ogen, stekels

2. Kasteel

2.1. geheime gangen, troonzaal, balzaal, kaarslicht, omgeven door rivier, brug, ramen, steen, kantelen, toren, rapunzel, ophaalbrug, schatkamer, kerkers, eetzaal, trappen, waterput, slaapkamer, ...

3. Middeleeuwen

3.1. verschillende rijken, koningen, gevechten, kastelen bestormen, veroveren, kruistochten, Arthur, Merlijn, sfeervolle muziek, verschrikkelijke straffen, kleding, juwelen/sieraden

4. Ridders

4.1. harnas

4.1.1. ijzer, hout, vest, hoofddeksel, helm, laarzen,

4.2. paarden

4.2.1. paardenrennen, zadel, hoeven, werktuig, manen, halster, afdruk, galop, draf, stap, manege, stal, hooi, wortel, borstelen, hinniken

4.3. wapens

4.3.1. schilden, zwaard, speer, goedendag, knuppel, bijl, dolken, kruisboog, pijl en boog, lans

5. Prinses

5.1. kroon, sierlijk, adel, lief, jurk/kleed, mooi, hakken, koningin, troon, juwelen, sieraden

6. Sokken

6.1. wol, katoen, ridders, blijft bestaan, warm, voeten, winter, wassen, droge, waslijn, wasknijper, gaten

7. Verhalen:

7.1. held op sokken, koning Arthur, verhalen van de ronde tafel, Rikki de ridder, Ridders en kastelen, ridder florian, de ridder die niet slapen wilde, ridder wiebe, de ridder prinses, de krokodil die niet zwemmen wil, Kobe en de draak, de rommeldraak, de bloemenprinses,...