1. Organisatie
2. Verbondenheid/relatie
2.1. Leerling/docent
2.1.1. Docent
2.1.1.1. gedragsankers voor docent
2.1.1.1.1. open staan voor vragen
2.1.1.1.2. empathie/interesse voor leerling
2.1.1.1.3. respect
2.1.1.1.4. volwaardig gesprekspartner van leerling
2.1.2. leerling
2.1.2.1. samenwerking
2.1.2.2. zie gedragsankers docent
2.1.3. Organisatie
2.1.3.1. meerjaren mentoraat
2.1.3.1.1. persoonlijk
2.1.3.1.2. langdurig
2.1.3.1.3. keuze
2.1.4. Leermiddelen
2.1.5. Omgeving
2.2. Leerling/leerling
2.2.1. peer to peer tutoring
2.2.2. mediation
2.3. docent/docent
2.3.1. intervisie
2.3.2. samenwerking
2.3.3. vertrouwen
2.4. leerling/organisatie
2.4.1. iedereen een rol in organisatie van de school
2.4.2. oog voor individu/lief en leed/talent/prestaties
2.4.3. rolmodel/voorbeeldgedrag
2.4.4. heldere doelen en verwachtingen
2.4.5. voorbeeldgedrag
2.4.6. inrichting school
2.5. ouder/leerling
2.5.1. verwachtingen/"contract"
2.6. mentor als spil
3. Autonomie
3.1. Keuzes kunnen maken
3.1.1. Leerlingen
3.1.1.1. inhoud
3.1.1.2. tempo
3.1.2. Organisatie
3.1.2.1. Flexibel
3.1.3. Docent
3.1.3.1. Ontwerpen van persoonlijke leeromgevingen
3.1.3.2. Professionele ruimte
3.2. Eigenaarschap
3.2.1. Leerlingen
3.2.1.1. zelf verantwoordelijk voor leerproces
3.3. Verantwoording
4. Inhoud
4.1. Cognitie
4.2. vaardigheden
4.3. attitude
4.4. hard, but doable
4.5. Complex
4.6. contextrijk
4.7. actueel
4.7.1. internationalisering
4.7.2. burgerschap
4.7.3. duurzaamheid
4.8. gepersonaliseerd, adaptief, keuzes
4.9. thematisch
4.10. Metacognitiieve vaardigheden
4.11. docent
4.11.1. docent als ontwerper van materiaal
4.11.2. coaching
4.12. reflexiviteit en biographicity, Illeris, How we learn, hoofdstuk 5
4.13. organisatie
4.13.1. flexibel
4.13.2. "leading by example"
4.14. Omgeving
4.14.1. levert en geeft mede vorm aan inhoud
5. Drijfveren
5.1. Motivatie
5.2. Concentratie
5.3. Doorzettingsvermogen
5.4. Docent
5.4.1. NOT YET!
5.4.2. Oog hebben voor...
5.4.3. Gesprekstechnieken, oa. attributie
5.4.4. Formatief ipv. summatief toetsen
5.5. Organisatie
5.5.1. Inrichting mentoraat
5.6. Inhoud
6. Samenleving
6.1. Arbeidsmarkt
6.1.1. flexibilisering
6.1.2. leven lang leren
6.1.2.1. Leerlingen
6.1.2.1.1. Leren leren
6.1.2.1.2. Open houding
6.1.2.2. Docenten
6.1.2.2.1. balans bieden tussen kennis en vaardigheden
6.1.2.2.2. rolmodel
6.1.2.2.3. flexibel in te zetten
6.1.2.3. Organisatie
6.1.2.3.1. LOB
6.1.2.4. Leermiddelen
6.1.2.4.1. flexibel
6.1.2.5. Omgeving
6.1.2.5.1. nauwe samenwerking met bedrijfsleven
6.1.2.5.2. LOB
6.2. cultuur
6.2.1. curriculum
6.3. Vervolgopleiding
6.3.1. eisen
6.3.2. LOB
6.3.3. organisatie
6.3.3.1. diffuse grens tussen vo en hbo
6.3.4. docent
6.3.4.1. uitwisseling met hbo/wo
6.4. gezondheid
6.4.1. organisatie
6.4.1.1. LO
6.4.1.2. kantine
6.4.1.3. binnenklimaat
6.5. Globalisering
6.5.1. leerling/docent
6.5.1.1. nieuwsgierigheid
6.5.1.2. talenkennis
6.5.1.3. uitwisseling
6.6. Burgerschap
6.6.1. participatie
6.6.1.1. maatschappelijke stage
6.7. Duurzaamheid
6.7.1. organisatie
6.7.1.1. rolmodel
7. Competentie
7.1. Bekwaam voelen
7.1.1. Leermiddelen
7.1.1.1. uitdagend
7.1.1.2. Op maat
7.1.1.2.1. Niveau
7.1.1.2.2. Tempo
7.1.1.2.3. interesse
7.1.2. Organisatie
7.1.2.1. Juiste schaal
7.1.2.2. Pedagogisch klimaat
7.1.3. Docenten
7.1.3.1. Hoge verwachtingen uitspreken
7.1.3.2. Vertrouwen uitspreken
7.1.3.3. Ondersteunen/Scaffolding
7.1.3.4. gesprekstechnieken/attributie
7.1.3.4.1. beheersbaarheid
7.1.3.4.2. controle
7.1.3.4.3. locatie: extern/intern
7.1.3.5. didactisch coachen
7.1.4. Leerlingen
7.1.4.1. hard but doable
7.1.5. Ouders
7.1.5.1. Stimulerende/op zelfregulatie gerichte omgeving
7.1.5.2. attributie
8. Omgeving
8.1. Situationeel leren
8.2. Stagres
8.3. Gastdocenten
8.3.1. PO
8.3.2. HBO/WO
8.3.3. Bedrijfsleven
8.4. Buurt
8.4.1. inbedden school in samenleving