Начать. Это бесплатно
или регистрация c помощью Вашего email-адреса
Geschiedenis blok 5 создатель Mind Map: Geschiedenis blok 5

1. Gs 5.1

1.1. Kooplieden sloegen (stapelden) hun handelswaar in pakhuizen aan de grachten De handelswaar werd weer verkocht als de prijzen gunstig waren. Vóór 1585 werden in Amsterdam vooral grondstoffen uit het Oostzeegebied doorverkocht Maar door de verovering van Antwerpen kwamen kooplieden uit die stad naar Amsterdam. Zij hadden handelscontacten over de hele wereld en handelden vaak in luxeproducten Door de toenemende handel groeide ook de nijverheid. Bovendien kwamen er ook ambachtslieden uit Antwerpen naar Holland In de 17e eeuw probeerden rijke mensen ook op nieuwe manieren geld te verdienen, bijvoorbeeld door het droogleggen van meren met windmolens Dat droogleggen kostte veel geld, maar de investeerders hoopten dat ze met het verpachten (verhuren) van de nieuwe landbouwgrond nog meer geld zouden verdienen.

1.2. oorzaken economische groei:de steeds groeiende handel met het Oostzeegebied. Uit dit gebied haalden handelaren graan en hout en ze verkochten er zout en haring. Door de bloeiende handel groeiden ook de visserij en de nijverheid, zoals de scheepsbouw, zeilmakerij en houtzagerij. 2.oorzaak was de verovering van Antwerpen door de Spanjaarden in 1585. Antwerpen was een belangrijke handelsstad waar verschillende handelsroutes bij elkaar kwamen. Er werd gehandeld in producten uit het Oostzeegebied , wol uit Engeland, zout en wijn uit het Middellandse Zeegebied en zijde en specerijen uit Azie

1.3. De bevolkingsgroei had twee oorzaken. Ten eerste was er op de schepen, in de havens en werkplaatsen in de steden veel werk en waren de lonen hoog. Mensen uit Oost-Nederland, Duitsland en Scandinavië trokken naar Holland en Zeeland om er te werken. Een tweede oorzaak was de komst van vluchtelingen. Het ging hierbij om mensen die in hun eigen land vervolgd werden vanwege hun geloof. In de Republiek was meer verdraagzaamheid

2. Gs 5.2

2.1. Rond 1600 was in Europa de vraag groot naar specerijen Daardoor waren de prijzen hoog. Alleen de Portugezen haalden specerijen uit Azië. Ze verkochten deze specerijen met grote winst. Hollandse en Zeeuwse kooplieden wilden dat ook wel. Daarom richtte in 1602 een aantal kooplieden een ‘compagnie’ (een bedrijf) op De VOC had een aantal speciale rechten zoals het recht om forten te bouwen oorlogen te voeren en verdragen te sluiten met Indische koningen. Ook had de VOC het alleenrecht op de handel met Azië. Dat betekende dat alleen de VOC schepen naar Oost-Indië mocht sturen, ze hadden geen concurrentie Voor de handel met West-Indië werd in 1621 de West-Indische Compagnie (WIC) opgericht. De WIC kreeg dezelfde speciale rechten als de VOC en het alleenrecht op de handel met gebieden in Amerika en Afrika. De Republiek had door de VOC en de WIC dus handelscontacten met Azië, Amerika en Afrika. Ook andere Europese landen handelden over de hele wereld. Zo ontstond in de 17e eeuw een wereldeconomie. Dat is een economie waarin landen van over de hele wereld producten aan elkaar verkopen.

2.2. In de 17e eeuw beheersten Europese landen waaronder Nederland gebieden in Amerika. Zij stichtten er plantages die winst moesten opleveren Maar de indianen die het land bewerkten stierven door het zware werk of aan ziektes. Daarom haalden Europese handelaren mensen uit West-Afrika en brachten hen als slaaf naar Amerika. Tussen 1500 en 1800 werden zo’n 12 miljoen Afrikanen als slaven naar Amerika vervoerd Deze slavenhandel was een onderdeel van de driehoekshandel. Dat was de handel tussen West-Afrika, Amerika en Europa. In West-Afrika kochten Europeanen slaven in ruil voor waardevolle spullen Ook de WIC handelde in slaven. Zij verkocht de slaven in Amerika aan de eigenaren van plantages. In Suriname en op de Antillen waren veel plantages in bezit van mensen uit de Republiek. De slaven kregen niets betaald voor het zware werk op de plantages. Daarna voeren de schepen volgeladen met rietsuiker en tabak, terug naar Europa. De handel in slaven en in producten die slaven verbouwden leverde de Europeanen veel winst op. Europeanen hadden geen moeite met de slavenhandel en slavernij. Zij hadden het idee dat Afrikanen tot een andere minderwaardige mensensoort behoorden Dat dachten zij omdat Europa op het gebied van techniek voorliep op Afrika. Ook vonden Europeanen de Afrikaanse cultuur minder dan hun eigen cultuur