1.1. Beatrijs houdt het niet meer vol om een hoer te zijn en besluit om terug naar het klooster te gaan samen met haar zoons.
1.2. Ze biecht alles op aan de abt. Zal de abt haar vergeven en Beatrijs en haar zoons toelaten in het klooster?
2. Een jongedame
2.1. Rond haar twaalfde jaar trad ze in een klooster voor adellijke nonnen.
2.2. Ze had een belangrijke taak. Elke dag stak zij de olielampen en kaarsen aan, legde zij de gebedsboeken klaar en luids zij de kerkklok. Ook beheerde zij de sleutels van het klooster.
3. Jeugdliefde
3.1. Ze is nog steeds verliefd op haar jeugdliefde.
3.2. In het klooster groeit die verliefdheid uit tot een obsessie.
3.3. Ze stuurt haar jeugdliefde een brief, waarin zij de jongeman vraagt naar het klooster te komen.
4. De minnaar
4.1. De minnaar komt zo snel hij kon naar het klooster.
4.2. De jongeling bevestigt dat de liefde nog steeds wederzijds is.
4.3. Hij zegt dat hij Beatrijs wil helpen om het klooster te ontvluchten. Hij belooft haar een welvarend leven, en hij zweert haar eeuwige trouw.
4.4. Na dat hij deze woorden heeft uitgesproken komt Beatrijs met een plan.
5. Het plan
5.1. De jongeman keert een week later terug naar het klooster en Beatrijs vlucht midden in de nacht uit het klooster met de sleutels die ze had.
5.2. De jongeman had zijn paard zwaar bepakt met kostbaarheden en geld voor ruim 7 jaar.
5.3. Samen vluchten ze op het paart weg van het klooster.
6. Na de ontsnapping
6.1. Na dat Beatrijs is gevlucht uit het klooster hebben Beatrijs en haar vriend twee zoons gekregen en leven ze een luxeleventje.
6.2. Na 7 jaar is het geld op, ze hebben niets meer en moeten gaan bedelen op straat, omdat Beatrijs en haar vriend beide nooit een vak geleerd om geld mee te verdienen.
7. Niet trouw
7.1. De man laat Beatrijs en haar twee zoons achter. Hij verbreekt zijn belofte die hij bij het klooster had gemaakt. Beatrijs en de twee zoons staan er nu alleen voor.
7.2. Beatrijs wordt een prostitué om geld te verdienen.
