1. reacties
1.1. zuurbase reactie
1.1.1. sterk
1.1.2. zwak
1.2. synthese
1.3. additie reactie
1.3.1. radicaalmechanisme
1.3.1.1. 1. initiatie 2. propagatie 3. terminatie
1.3.2. ionair mechanisme
1.3.3. 1,2-additie
1.3.4. 1,4-additie
1.4. substitutie reactie
1.4.1. nucleofiel
1.4.2. elektrofiel
1.4.3. radicaalmechanisme
1.4.3.1. 1. initiatie 2. propagatie 3. terminatie
1.4.4. ionair mechanisme
1.5. redox reactie
1.5.1. reductor
1.5.2. oxidator
1.6. condensatie reactie
1.7. verestering reactie
1.7.1. zuur
1.7.2. alcohol
1.8. citroenzuurcyclus
1.9. botsende deeltjes
1.10. katabole reactie
1.11. anabole reactie
1.12. activeringsenergie / reactie energie
1.12.1. endotherme reactie
1.12.2. exotherme reactie
1.13. ontledingsreactie
1.13.1. elektrolyse
1.14. verbrandingsreactie
1.15. omkeerbare reactie
1.16. neerslag reactie
1.17. omzettingsreactie
1.17.1. fotosynthese
2. scheidingsmethode
2.1. destilleren
2.1.1. verschil in kookpunt
2.2. absorberen
2.2.1. verschil in binding aan een absorptiemiddel
2.3. bezinken
2.3.1. gebrek aan oplosbaarheid
2.3.2. verschil in dichtehdi
2.4. centrifugeren
2.4.1. verschil in dichtheid
2.5. filtreren
2.5.1. verschil in deeltjesgrote
2.5.2. suspensie
2.6. extraheren
2.6.1. het verschil in oplosbaarheid van vaste stoffen in een vloeistof
2.7. indampen
2.7.1. een oplossing van een vaste stof in een vloeistof, het oplosmiddel verdampt en de vaste stof blijft over
3. niet-metalen
3.1. vaak gasvormig bij kamertempratuur
3.2. niet-glanzend
3.3. komt vaak voor in combinatie met andere elementen; moleculen of zouten
4. zouten
4.1. elektrovalentie
4.1.1. ionlading
4.1.2. ionsoort
4.2. ionen
4.2.1. atoom of molecuul
4.2.2. elektronen in overschot of tekort
4.2.3. lading (positief / negatief)
4.3. metalen en niet-metalen
4.4. neerslagreactie
4.5. geleidt geen stroom in vaste fase
4.6. geleidt wel stroom in vloeibare fase
4.7. oplossen
4.7.1. geeft losse ionen
5. fases
5.1. gas
5.2. vloeibaar
5.3. vast
6. spectroscopie
6.1. elektromagnetische straling
6.1.1. licht
6.1.1.1. lichtsnelheid van 3 * 10^8 m/s
6.1.2. fotonen
6.1.3. golflengte
6.2. spectrum
6.2.1. alle golflengte in een soort elektromagnetische straling
6.2.2. bijvoorbeeld regenboog bij zonlicht
6.3. absorberen
6.3.1. absorptiespectrum
6.3.1.1. straling die een stof absorbeert
6.3.2. spectrofotometer
6.4. uitzenden
6.4.1. emissiespectrum
6.4.1.1. straling die een stof uitzendt
6.5. grondtoestand
6.6. aangeslagen toestand
6.7. fotochemische reactie
7. spectrofotometrie
7.1. infrarood spectrofotometrie
7.1.1. absorptie van straling door moleculen in infraroodgebied
7.1.2. strekvibratie
7.1.3. buigvribratie
7.1.4. ir-spectrum
7.1.4.1. golfgetal
7.1.4.2. bepaling structuur van moleculen
7.1.4.3. kwalitatieve analyse
7.1.4.4. spectrofotometer
7.1.4.4.1. transmissie
8. colorimetrie
8.1. analyseren van stoffen met behulp van licht en uv-straling
8.2. kwantitatieve analyse
8.2.1. monster
8.2.2. blanco
8.3. extinctie
8.4. spectrofotometer
8.4.1. extinctie
8.5. ijkreeks
8.5.1. ijklijn
9. redoxreactie
9.1. reductor
9.2. oxidator
9.3. redoxkoppel
9.3.1. elektronen overdracht
9.4. elektronen uitwisseling
9.5. haflreacties
9.5.1. reductie (elektronen rechts van de pijl)
9.5.2. oxidatie (elektronen links van de pijl)
9.6. aflopend
9.6.1. ΔV>0,3V
9.7. evenwicht
9.7.1. -0,3V<ΔV<0,3V
9.8. geen reactie
9.8.1. ΔV<-0,3V
10. Lewisstructuur
10.1. octetregel
10.1.1. edelgasconfiguratie
10.2. elektronen uitwisseling
10.3. valentie-elektronen
10.4. niet-bindend elektronenpaar
10.5. vrij elektronenpaar
10.6. uitgebreide octetregel
10.6.1. aantal omringende elektronen meer dan 8
10.7. formele lading
10.8. omringingsgetal
10.8.1. VSEPR-methode
10.9. partiële lading
10.9.1. dipolen
10.9.1.1. duidelijke positieve en negatieve kant en partiële lading
10.10. mesomerie
10.10.1. hoe meer mesomere grensstructuren hoe stabieler
10.10.2. cis-trans-ismomerie
10.10.3. spiegelbeeldisomerie
11. chemie van het leven
11.1. koolhydraten
11.1.1. energiebron
11.1.2. sachariden / suikers
11.1.2.1. monosachariden
11.1.2.1.1. glucose
11.1.2.1.2. fructose
11.1.2.2. disachariden
11.1.2.2.1. hydrolyse
11.1.2.3. polysachariden
11.1.2.3.1. polymeren van monosacharidemoleculen
11.1.2.3.2. biopolymeren
11.1.3. CnH2mOm
11.2. vetten
11.2.1. esters van glycerol en vetzuren
11.2.1.1. triglyceriden
11.2.1.1.1. lange onvertakte ketens met even aantal C-atomen
11.2.1.1.2. dubbele binding (cis-trans)
11.2.1.1.3. hydrolyse zorgt voor omzetting in glycerol en vrije vetzuren
11.2.1.2. essentiële vetzuren
11.2.1.2.1. omega 3-vetzuren
11.2.1.2.2. omega-6-vetzuren
11.2.2. reservebrandstof
11.3. eiwitten
11.3.1. hydrolyse
11.3.1.1. aminozuren
11.3.1.1.1. peptidebinding -> dipeptide -> tetrapeptiden -> polypeptiden
11.3.1.1.2. essentiële aminozuren
11.3.2. denatueren
11.3.2.1. tertiaire en secundaire structuur verbroken
11.3.3. enzymen
11.3.3.1. biokatalysatoren
11.3.4. hormoon
11.3.5. bouwstof
11.4. DNA
11.4.1. chromosoom
11.4.2. twee nucleotideketens
11.4.2.1. dubbele helix van DNA
11.4.2.2. H-bruggen
11.5. RNA
12. mol
12.1. molaire massa
12.2. aantal deeltjes
12.3. eenheid
12.4. uitgedrukt in u
12.5. getal van Avogadro
13. systematische naagevingen
13.1. karakteristieke groepen
13.1.1. carbonzuren
13.1.1.1. -COOH groep
13.1.1.2. achtervoegsel -zuur
13.1.1.3. voorvoegsel carboxy-
13.1.2. esters
13.1.2.1. -C-O-C- groep
13.1.2.2. achtervoegsel -oaat
13.1.2.3. voorvoegsel alkoxycarbonyl-
13.1.3. aldehyden
13.1.3.1. -CHO
13.1.3.2. achtervoegsel -al
13.1.3.3. voorvoegsel oxo-
13.1.4. ketonen
13.1.4.1. -C=O
13.1.4.2. achtervoegsel -on
13.1.4.3. voorvoegsel oxo-
13.1.5. alcoholen
13.1.5.1. -OH
13.1.5.2. achtervoegsel -ol
13.1.5.3. voorvoegsel hydroxy-
13.1.6. fenolen
13.1.6.1. -OH
13.1.6.2. achtervoegsel -ol
13.1.6.3. voorvoegsel hydroxy-
13.1.7. aminen
13.1.7.1. -NH2
13.1.7.2. achtervoegsel -amine
13.1.7.3. voorvoegsel amino-
13.1.8. ethers
13.1.8.1. -O-
13.1.8.2. voorvoegsel alkoxy
13.1.9. halogenen
13.1.9.1. -F-,-Cl-,-Br-,-I-
13.1.9.2. bijvoorbeeld zijgroep -Cl dan chloor-
13.2. numerieke voorvoegsels
13.2.1. 1 = mono
13.2.2. 2 = di
13.2.3. 3 = tri
13.2.4. 4 = tetra
13.2.5. 5 = penta
13.2.6. 6 = hexa
13.3. stamnaam
13.3.1. 1 C-atoom = meth
13.3.2. 2 C-atomen = eth
13.3.3. 3 C-atomen = prop
13.3.4. 4 C-atomen = but
13.3.5. 5 C-atomen = pent
13.3.6. 6 C-atomen = hex
14. grootheden
14.1. macro
14.2. micro
15. atomen
15.1. atoombouw
15.1.1. protonen
15.1.1.1. lading = +1
15.1.1.2. kernlading
15.1.1.3. atoomnummer
15.1.2. neutronen
15.1.2.1. lading = 0
15.1.3. elektronen
15.1.3.1. lading = -1
15.1.3.2. elektronegativiteit
15.1.3.3. valentie elektronen
15.1.3.4. elektronenconfiguratie
15.1.3.4.1. schillen
15.2. atoommassa
15.3. covalentie
16. atoommodel
16.1. Dalton
16.1.1. een atoom is een massief balletje
16.1.2. elk atoomsoort heeft zijn eigen afmeting
16.2. Rutherford
16.2.1. een atoomkern bestaat uit protonen en neutronen, omgeven door een negatieve elektronenwolk
16.3. Thomson
16.4. Bohr
16.4.1. elektronen bevinden zich in elektronenschillen
17. moleculen
17.1. zouten
17.1.1. een metaal met een niet-metaal
17.1.2. geleidt stroom alleen in water
17.1.3. ionen-binding
17.1.4. ionrooster
17.1.5. slecht oplosbaar zout
17.1.5.1. neerslagreactie
17.2. metalen
17.2.1. metaal met metaal
17.2.2. geleidt stroom
17.2.3. metaalrooster
17.2.4. vaak glinsterend
17.3. moleculaire stof
17.3.1. niet-metaal met een niet-metaal
17.3.2. geleidt geen stroom
18. stoffen
18.1. mengels
18.1.1. homogene mengsels
18.1.1.1. oplossing
18.1.2. hetrogene mengsels
18.1.2.1. suspensie
18.1.2.2. emulsie
18.2. zuivere stoffen
18.3. ontleedbare en niet ontleedbare stoffen
19. metalen
19.1. macro niveau
19.1.1. vervormbaar
19.1.1.1. metaalrooster veranderd niet
19.1.2. geleidt warmte goed
19.1.3. glanzend
19.1.4. geleidt stroom goed
19.1.5. vast bij kamertempratuur
19.1.6. hoog smelt en kookpunt
19.2. micro niveau
19.2.1. model van Bohr
19.2.2. metaalbindingen
19.2.3. metaalrooster
19.3. legering
20. periodiek systeem
20.1. 18 groepen
20.1.1. 1. Alkali metalen
20.1.2. 2. Aardalkali metalen
20.1.3. 7. Halogenen
20.1.4. 8. edelgasssen
20.1.4.1. edelgasconfiguratie
20.1.4.2. non-reactief
20.2. atoomnummer
20.2.1. protonen in de kern
20.3. massagetal
20.3.1. relatieve atoommassa
20.3.1.1. isotopen
20.4. elektronegativiteit
20.4.1. Wet van Coulomb
20.4.1.1. aantrekkingskracht
21. zuren en basen
21.1. basen
21.1.1. pOH
21.1.1.1. pOH = 14 - pH
21.1.2. H+ ion afstaan
21.1.3. sterke basen
21.1.3.1. reageren aflopend in water
21.1.3.1.1. splitst volledig in ionen
21.1.4. zwakke basen
21.1.4.1. evenwicht
21.1.4.1.1. splitst gedeeltelijk in ionen
21.1.4.2. pH>7
21.1.5. ionen als basen
21.1.5.1. zout wordt opgelost in water
21.1.5.1.1. de vrijgekomen ionen kunnen reageren als basen
21.1.5.2. g oplosbaar zout met sterk basisch ion
21.1.5.3. g oplosbaar zout met zwak basisch ion
21.1.5.4. slecht oplosbaar zout met basisch ion
21.1.5.4.1. geen reactievergelijking
21.1.6. OH- ion
21.2. zuren
21.2.1. pH
21.2.1.1. pH = -log[H3O+]
21.2.2. H+ ion afstaan
21.2.3. sterke zuren
21.2.3.1. pH<7
21.2.3.1.1. reageren aflopend in water
21.2.4. zwakke zuren
21.2.4.1. evenwicht
21.2.4.1.1. splitst gedeeltelijk in ionen
21.2.5. H3O+ ion
21.3. (geconjugeerd) zuur-basekoppel
21.4. evenwichtsvoorwaarde
21.5. zuur-base reactie
21.6. equivalentiepunt
21.7. amfolyt
21.8. zuur- en baseconstanten
21.9. pH indicatoren
21.9.1. lakmoes
21.9.2. universeel indicatorpapier
21.10. zuur-base titratie
21.10.1. molariteit berekenen zure of basische oplossing
22. chromatografie
22.1. verdelingsevenwicht
22.1.1. mobiele fase
22.1.2. stationaire fase
22.2. chromatogram
22.2.1. kwalitatieve analyse
22.2.1.1. welke stoffen?
22.2.2. kwantitatieve analyse
22.2.2.1. concentratie?
22.3. papierchromatografie
22.4. dunnelaagchromatografie
22.5. kolomchromatografie
22.5.1. vloeistofchromatografie
22.5.2. gaschromatografie
22.5.3. retentietijd
23. massaspectrometrie
23.1. massaspectrometer
23.2. massaspectrum
23.2.1. kwalitatieve analyse
23.2.1.1. structuur van moleculen
23.2.2. kwantitatieve analyse
23.2.2.1. verhouding tussen de hoeveelheden van verschillende deeltjes
23.3. radicaal
23.3.1. ongepaard ion
24. kunstoffen
24.1. monomeren
24.2. polymeren
24.2.1. additiepolymerisatie
24.2.2. condensatiepolymerisatie
24.2.2.1. condensatiepolymeren
24.2.3. polyester
24.2.4. copolymeer
24.2.5. polyamiden
24.3. thermoplasten
24.3.1. bestaat uit losse ketens
24.3.2. flexibel
24.3.2.1. hangt af van;
24.3.2.1.1. grootte van de zijketens van polymeermolecuul
24.3.2.1.2. polymerisatiegraad
24.3.2.1.3. aanwezigheid van weekmakers
24.4. thermoharders
24.4.1. crosslinks
24.4.1.1. netwerkpolymeer
24.4.2. blijven hard bij verwarmen
24.4.3. niet felxibel