1. Taalgericht vakonderwijs
1.1. contextrijke lessen geven
1.1.1. verbindingen leggen tussen:
1.1.1.1. leerinhoud
1.1.1.2. leefwereld leerling
1.1.1.3. actualiteit
1.1.1.4. andere vakken
1.1.2. leerlijnen gebruiken voor taalontwikkeling en kennisopbouw
1.1.2.1. gericht voorbeelden geven/ vragen
1.1.2.2. kernbegrippen opschrijven/ verwoorden
1.1.2.3. vragen denk- en werkwijzen
1.2. interactie
1.2.1. aanzet gerichte interactie over leerinhoud
1.2.2. opdrachten voor interactie te krijgen
1.2.3. middelen
1.2.3.1. informatie geven
1.2.3.2. bevragen
1.2.3.3. spreken
1.2.3.4. schrijven
1.2.4. specifieke voorbeelden
1.2.4.1. gedachten uitwisselen bij onderzoeksopdracht
1.2.4.2. eigen mening geven bij klassikale bespreking
1.3. taalsteun
1.3.1. opdrachten talig toegankelijk maken
1.3.1.1. specifieke tips
1.3.1.1.1. beperk begrippenkader, hanteer begrippen consequent
1.3.1.1.2. bepaalde synoniemen nog niet te kennen in eerste graad
1.3.1.1.3. gebruik visuele weergaven
1.3.1.1.4. hanteer passende leerstrategieën
2. ICT
2.1. als leermiddel in lessen
2.1.1. digitale interactieve borden
2.1.2. bij visualisaties en audiomateriaal
2.1.2.1. beeld- en filmmateriaal
2.1.2.2. animaties
2.1.2.3. podcast
2.1.3. bij demonstraties
2.1.3.1. bij opzoeken informatie
2.1.3.2. opmaak mindmap
2.1.4. bij simulaties
2.1.4.1. elektronische simultiestools
2.1.4.2. CAD-programma's
2.2. gebruik bij onderzoeksopdrachten / realisaties
2.2.1. softwarepakketten met verschillende mogelijkheden
2.2.2. digitaal fototoestel bij uitstap
2.2.3. gsm met chronometer
2.2.4. windows movie maker bij techniekproject
2.2.5. gratis te downloaden applicaties op ipod (waterpas - tijdsmeter, ..)
2.3. gebruik van tools die helpen bij het leren
2.3.1. inoefenen leerinhouden via digitale oefeningen
2.3.1.1. vb: hotmotatoes
2.3.1.2. quizfaber
2.3.1.3. studymate
2.3.2. op elektronische leeromgeving
2.3.2.1. beschikbaar maken remediëringsopdrachten
2.3.2.2. beschikbaar maken cursus
2.4. mindmapping als hulpmiddel
2.5. gebruik bij opdrachten buiten als binnen de les
2.5.1. internettoegang
2.5.2. waarnemingsopdrachten
2.5.2.1. netbook
2.5.2.2. webcam
2.5.2.3. laptop
2.5.2.4. fototoestel
2.5.3. elektronisch leerplatform
2.5.3.1. smartschool
2.5.3.2. dokeos
2.5.3.3. moodle
2.6. gebruik bij communicatie
2.6.1. met leerkracht
2.6.1.1. leerplatform
2.6.2. met medeleerlingen
2.6.2.1. mail
2.6.2.2. USB
3. Doelstellingen bereiken
3.1. grootste onderdeel in evaluatie
3.2. talenten ontdekken
4. Suggesties voor uitbreiding: extra uur
4.1. meer aandacht basis- of verdiepende doelstellingen
4.2. vakoverschrijdend project
4.3. vakoverschrijdend project met talen via excursie
4.4. inspelen actualiteit
4.5. opdracht/probleemstelling zelfstandig uitwerken
5. Leerplan versus handboek
5.1. het leerplan
5.1.1. bepaalt doelstellingen en beheersingsniveau
5.1.2. is het uitgangspunt bij activiteiten en gebruik handboek
5.2. het handboek
5.2.1. moet uitgewerkt zijn op doelstellingen van leerplan