Case study: link tss stress tijdens zwschp en ontw van kind

1. Boer, 2009

1.1. moeder angstig of depr in 3de trim

1.1.1. kind

1.1.1.1. als zuigeling

1.1.1.2. gem sterker neg affect + gem meer motoriek

1.1.1.2.1. bij zien van nieuw speelgoed

1.2. nieuw speelgoed = stressor

1.3. kind helpen met ontdekken

1.3.1. sec inschatting

1.3.1.1. dreiging gereduceerd

1.4. enkel onderzoek naar 3de trimester

2. Talge e.a. , 2007

2.1. gedurende heel de zwschp of delen ervan --> moeder stresss

2.1.1. kinderen 4-15j

2.1.1.1. vaker sympt

2.1.1.1.1. hyperactiviteit

2.1.1.1.2. angst

2.2. bevestigd boer

2.3. kritiek= onderzoeker moet lijst maken met wat stress is en wat normale stress is

3. Van den Bergh, 2008

3.1. gedurende heel de zwschp --> angst moeder

3.1.1. meisjes in adolecentie

3.1.1.1. disregulatie hypothalamus-hypofyse-bijnieras

3.1.1.1.1. relatie tss

3.2. enkel meisjes

3.3. moeders hadden zogezegd meer cortisol in het lichaam --> moeder constant in angst dus cortisol blijft

3.4. adrenaline moeder komt niet in contact met foetus maar als BD stijft bij moeder heeft kind ook stress

4. DiPietro e.a. , 2006

4.1. lichte mate vn stress

4.1.1. zuigeling 24-36 m

4.1.1.1. gunstig voor ontwikkeling

4.2. kinderen zijn meer weerbaar wanneer ze met kleine hoeveelheid stress in contact komen