Monitoringsysteem

马上开始. 它是免费的哦
注册 使用您的电邮地址
Monitoringsysteem 作者: Mind Map: Monitoringsysteem

1. Taransitieproces

1.1. Monitoring van Transitiedynamiek

1.1.1. Monitoring van de transitiedynamiek brengt in kaart wat er bij specifieke productgroepen concreet gebeurt aan bijvoorbeeld circulair productontwerp en of het aandeel circulaire producten toeneemt (en dus het aandeel lineaire producten afneemt).

1.2. Monitoring van acties

1.2.1. De voortgang van de acties uit het Rijksbrede programma die de transitie- dynamiek ondersteunen, wordt gemeten in de actiemonitoring.

2. Effecten

2.1. De effectmonitoring meet de effecten van het transitie- proces op het grondstoffengebruik, de milieudruk en de socio-economische ontwikkeling (zoals economische groei en banen).

3. Raamwerk door PBL:

3.1. het is de bedoeling dat monitoring systeem de komende jaren verder uit te breiden.

3.1.1. samen met andere kennis institution die betrokken zijn bij de kennisagenda's

4. Strategische doelen

4.1. Het langer gebruiken van producten en onderdelen daarvan, en recyclen van materialen tot hoogwaar- dige (secundaire) materialen (oftewel een efficiency- slag in bestaande productketens).

4.2. Waar nieuwe grondstoffen nodig zijn om nieuwe materialen te produceren, worden kritieke en niet duurzaam gewonnen abiotische grondstoffen vervangen door hernieuwbare en algemeen beschik- bare grondstoffen.

4.3. Het ontwerpen van nieuwe producten, ontwikkelen van nieuwe productiemethoden en bevorderen van nieuwe manieren van consumeren (oftewel het inzetten op andere productketens).

5. PBL, CBS en RIVIM

5.1. Op verzoek van het rijk ontwikkelen deze partijen en monitoringssysteem betaalde uit drie monitoringsonderdelen:

5.1.1. Acties uit het Rijksbrede programma (RIVM in samenwerking met Rijkswaterstaat

5.1.1.1. Voor elk onderdeel moet dus indicatoren ontwikkeld worden: Met de indicatoren voor elk van de monitoringsonderdelen brengt het monitoringssysteem systematisch in kaart wat we willen weten, wat we al kunnen meten, en op welke onderdelen het monitorings- systeem nog verder moet worden uitgewerkt. ‘Wat we al kunnen meten’, is ook al daadwerkelijk gemeten.

5.1.2. Transitiedynamiek (PBL in samenwerking met universiteit Utrecht)

5.1.3. Effecten grondstoffengebruik, milieu en economie (CBS)

6. DOEL: Een dergelijk monitoringssysteem heeft als doel om de inspanningen van overheden en maatschappelijke actoren te volgen en de effecten daarvan te laten zien.

7. Voorwaarden en aandachtspunten:

7.1. ongewenst effect bijvoorbeeld recycling die meer energie kost

7.2. Helaas bestaan er voor veel circulariteitsstrategieën nog geen goed bruikbare indicatoren om de voortgang te meten. Dit is een belangrijk aandachtspunt voor de verdere uitwerking van het monitoringssysteem.

7.3. De effectmonitoring voor specifieke productgroepen moet nog worden uitgewerkt.

7.4. de nieuwe acties zijn niet opgenomen in dit report maar de vraag is zijn de nieuwe acties heel anders dan die van nu? Zo ja, wat zijn de verschillende en zijn er aanpassingen in het monitoringsysteem nodig om deze te meten?

7.5. Nog niet alle acties in het Rijksbrede programma zijn al SMART geformuleerd. Deze acties moeten nog worden aangescherpt qua inhoud van wat er moet worden gedaan en wanneer het moet worden uitgevoerd.

7.6. Circulariteitsstrategieën hoger op de ladder krijgen nog beduidend minder aandacht (zie ook figuur 3).

7.7. Tabel 4.1 in de Verdieping geeft een aanzet voor meetbare en generieke indicatoren om ‘kunnen, mogen en willen’ te meten. Deze set generieke indicatoren kan in overleg met maatschappelijke partijen zo nodig nog worden aangevuld of gespecificeerd met prioriteitafhankelijke en productgroepspecifieke indicatoren bij de doorontwikkeling van het monitoringssysteem.

7.8. Bij kennis- en uitvoeringsorganisaties zijn in dit kader al brokken informatie beschikbaar, bijvoorbeeld over investeringen, netwerken en kennisuitwisseling. Dit zit onder andere in de databestanden van door de Rijksoverheid gesubsidieerde projecten bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Deze informatie moet nog wel worden ontsloten om de indicatoren te kunnen meten. Er is dan ook nog geen nulmeting beschikbaar voor de transitiedynamiek.

7.9. De transitieagenda’s bevatten aanzetten voor monitoring van de agenda’s en de effecten ervan. De transitieagenda’s zijn sterk geschreven vanuit de dagelijkse praktijk van de transitieteams, waarin onder andere bedrijven en milieu- en consumentenorganisaties actief zijn. Het monitorings- systeem in dit rapport daarentegen vertrekt vanuit een meer theoretische invalshoek. Er is nog het nodige werk te doen om beide bij elkaar te brengen.