geschiedenis H2 Paragraaf 2

1. fabriek

1.1. bedrijf waar met machines grote hoeveelheden producten worden gemaakt.

2. huisnijverheid

2.1. werk dat mensen thuis voor een ondernemer doen om extra geld te verdienen

3. industriële revolutie

3.1. grote veranderingen west Europa door de komsten van fabrieken en nieuwe vervoermiddelen aan het einde van de 18e en in de 19e eeuw.

4. industrialisatie

4.1. de opkomst van industrie in een gebied waar eerst vooral aan landbouw werd gedaan

5. kapitalisme

5.1. economisch systeem waarbij alles draait om winst maken. grond en fabrieken zijn in handen van ondernemers die proberen zoveel mogelijk winst te maken.