hoofdstuk 1 BOA dit is Nederland

马上开始. 它是免费的哦
注册 使用您的电邮地址
hoofdstuk 1 BOA dit is Nederland 作者: Mind Map: hoofdstuk 1 BOA dit is Nederland

1. wetgeving word vastgesteld door gekozen volksvertegenwoordiging.

2. trias politica: wetgevende macht, uitvoerende macht, rechterlijke macht. de drie machten controleren elkaar en houden elkaar in balans.

3. de volksvertegenwoordiging benoemt en controleert het dagelijks bestuur.

4. trias politica regering: wetgevende macht: Regering en staten-generaal samen. Uitvoerende macht is de Regering.

5. trias politica provincie : Wetgevende macht provinciale staten, Uitvoerende macht gedepiteerde staten.

6. trias politica gemeente: Wetgevende macht: gemeenteraad, Uivoerende macht college van B&W.

6.1. college van burgemeesters en wethouders.

7. passief en actief kiesrecht: passief is verkiesbaar stellen en actief kiesrecht je stem uitbrengen.

8. de wet in formele zin word vastgesteld door regering en staten generaal.

8.1. wet in materiële zin= algemene maatregel van bestuur

9. attributie= bevoegdheid om wetten in formele en materiële zin vast te stellen

10. wet in materiële zin= vastgesteld door de regering en de staten generaal samen.

10.1. de wet in materiële zin = een ander ( laag) algemeen verbindend overheidsvoorschrift.

11. lokale verordeningen= vastgesteld door provinciale staten, gemeenteraad of waterschap.

11.1. alleen geldend binnen het grondgebied van de provincie, gemeente of waterschap.

11.2. kunnen strafbare feiten bevatten ,alleen overtredingen en geen misdrijven.

12. bij wettelijk voorschrift= in een wet in formele en materiële zin.

13. alleen bij wet= alleen in formele zin.

14. gemeenteraad- hoofd van de gemeente= gekozen door volksvertegenwoordiging en vormt de wetgevende macht in de gemeente- benoemen de wethouders. burgemeester = voorzitter.

15. college van B&W =Benoemde dagelijks bestuur/uitvoerende macht van de gemeente. een wethouder is benoemd door de gemeenteraad+ wethouder is tevens niet lid van de gemeenteraad.

16. burgemeeste = voorzitter van het college van B&W en de gemeenteraad. benoemd bij koninklijkbesluit.

17. burgemeester bevoegd tot geven van- noodverordening- alleen mogelijk bij= oproerige bewegingen 9gewelddadige opstand)- ernstige wanordelijkheden/rampen/ongevallen of de ernstige vrees voor het ontstaan daarvan. + alleen ter handhaving van de openbare orde.

17.1. gedrag in strijd met de noodverordening= overtreding artikel 443 wetboek van strafrecht= overtreding.

17.2. in de noodverordening: precieze gedragsregels in relatie tot de gebeurtenis. ( norm/bestanddelen).

17.2.1. strafbaarstelling bij overtreden van deze norm = artikel 443 wetboek van strafrecht 9 strafbepaling zonder norm/bestanddelen.

18. procedure vaststellen noodverordening- alleen bij genoemde bijzondere omstandigheden- Burgemeester steelt noodverordening vast en maakt deze bekend- ter kennis brengen gemeenteraad commissaris van de koning hoofdofficier van justitie- gemeenteraad bekrachtigt achteraf of niet- intrekken zodra bijzondere omstandigheden zijn opgeheven.

19. gemeentelijke verordening- voorstel lid gemeenteraad- ontwerpverordening- e.v.t. wijzigen raad- wensen en bedenkingen college B&W- stemmen raad- aanvaarden of verwerpen.

20. regeringsmacht Nederland= Erfelijke constitutionele monarchie met een parlementair stelsel

21. kabinet is ministers & secretarissen

21.1. kabinet= ministers en staatssecretarissen.

22. provincie, waterschappen en gemeente hebben een (beperkte) Wetgevende bevoegdheid.

23. eerste en tweede kamer = staten generaal ( parlement)

24. Nederland is een gecentraliseerde eenheidsstaat.

25. eerste kamer: 75 zetels, gekozen door provinciale staten zittingsduur van 4 jaar.

26. tweede kamer: 150 zetels, gekozen door NL 18+, zittingsduur van 4 jaar.

27. regering = koning + ministers.

27.1. de regering= hoogste bestuursorgaan van NL + vormt uitvoerende macht op rijksniveau.

27.2. koning= lid van de regering+ tevens het staatshoofd. koning is onschendbaar minister president is verantwoordelijk ( ministeriële verantwoordelijkheid).

28. raad van state= hoog college van staat, geeft onafhankelijk adviesorgaan en is verplicht advies te geven bij wetgeving.

28.1. regering legt verantwoording af aan staten generaal

28.2. regering en staten generaal vormen gezamenlijk de wetgevende macht op rijksniveau.

29. delegtie= delegeren van die wetgevende bevoegdheid.

29.1. subdelegatie= overdragen vn delegeerde bevoegdheid.

30. wetsvoorstel: aangenomen door 2e kamer- aangenomen door 1e kamer- minister en koning tekenen- publicatie staatsblad= wet

31. provinciale staten- aan het hoofd van de provincie= gekozen volksvertegenwoordiging en vormt de wetgevande macht in de provincie- cvdK = voorzitter en is benoemen gedeputeerde staten.

31.1. cvdK- commissaris van de koning

31.2. cvdK = hoogste gezagdrager= voorzitter van GS & PS

31.2.1. Gedeputeerde staten en Provinciale staten

32. provinciale verordening- voorstel lid PS- ontwerpverordening- e.v.t. wijzigen PS- stemmen PS- aanvaarden of verwerpen.