1. de verpleegkundige interventies Incontinentiezorg verlenen
1.1. ouderen zonder gevoel van aandrang
1.1.1. Toiletschema’s Werk met vaste en frequente tijdstippen waarop je iemand naar het toilet brengt. Dit lijkt sterk op de ouderwetse toiletrondes. Je stelt het nu echter selectief in. Je stelt het tijdstip en de frequentie per cliënt vast. Deze methode is geschikt voor cliënten die geen aandrang meer voelen, geen toiletgewoontes hebben en niet meer in staat zijn om bewust te leren.
1.2. ouderen met gevoel voor aandrang
1.2.1. Cliënt aanspreken (Prompted voiding), Deze methode is geschikt voor cliënten die nog wel enigszins voelen dat zij een volle blaas hebben, maar daar niets mee doen. Je vraagt aan de cliënt of hij droog is en naar het toilet wil. Vervolgens help je de cliënt en ‘beloon’ je de cliënt positief. Na het toiletbezoek geef je aan dat je de volgende keer weer komt vragen of de cliënt naar het toilet wil, maar dat de cliënt dat zelf ook kan vragen.
1.3. Algemeen
1.3.1. 1. Gewoonteschema’s, Cliënten kunnen een persoonlijke regelmaat hebben, terwijl zij zich daarvan niet bewust zijn. Op grond van deze gewoontes maak je een individueel aangepast schema.
1.3.2. 2. Direct ingaan op het verzoek van de cliënt om naar het toilet te gaan. Dit is meestal wel het uitgangspunt, maar gebeurt door een hoge werkdruk niet altijd.
1.3.3. 3. Aanpassen kleding. Gebruik kleding die makkelijk en snel uitgedaan kan worden, bijvoorbeeld een broek met klittenband of elastiek; nylonkousen in plaats van panty’s.
1.3.4. 4. Weghalen van de obstakels. Maak de route makkelijker door bijvoorbeeld kleedjes te verwijderen en meubels te verplaatsen.
2. instrumenten uit de toolbox Toolbox Indicatieproces Wijkverpleging - Tools met betrekking tot lichaamsfuncties Geraadpleegd op 8 februari 2021 van, Toolbox Indicatieproces Wijkverpleging - Tools met betrekking tot lichaamsfuncties | V&VN
2.1. 1. PRAFAB (Protection, Amount, Frequency, Adjustment en Body image). Hiermee breng je de ernst van het urineverlies en de impact ervan op het individu in kaart. Je geeft de incontinentie een score 1-20. Hoe hoger de score, hoe meer problemen er zijn.
2.2. 2. Anamneselijst urine. Hiermee breng je de verschillende aspecten van continentie in kaart. De uitkomst is dat je een beeld schetst van mogelijke aandachts-/probleemgebieden.
3. risicofactoren Urine-incontinentie op oudere leeftijd
3.1. overgewicht
3.2. slechte mobiliteit
3.3. omgeving: moeilijke toegang tot het toilet, visuele beperking, beperkte motoriek
3.4. comorbiditeit: diabetes, CVA, parkinson
3.5. medicatie: diuretica
3.6. conditie: pijn, aandoening aan de hersenen of ruggenmerg, inadequate urineproductie
4. de signalen
4.1. 1. In de broek plassen/poepen
4.2. 2. rode huid
4.3. 3. natte, vieze kleding
4.4. 4. vieze geur
5. de gevolgen Gevolgen van incontinentie | Continentie Stichting https://www.tomcare.be/nl/blog/post/heb-oog-voor-de-psychische-gevolgen-van-incontinentie
5.1. 1. psychosociaal
5.1.1. schaamte en niet meer snel uit huis durven
5.2. 2. lichamelijke gevolgen
5.2.1. 1. vocht
5.2.2. 2. urine en ontlasting kunnen leiden tot huidirritatie/jeuk
5.2.3. 4. verweking van de huid hierdoor kunnen wonden/blaren ontstaan
5.2.4. 6. decubitus
5.2.5. 7. blaasontsteking