1. Als de relatie stuk loopt
1.1. Wanneer je gaat scheiden moet eerst de rechter toestemming geven om het huwelijkscontract te ontbinden.
1.2. Je moet bij een echtscheiding al het geld en bezittingen verdelen, als je getrouwd bent in gemeenschap van goederen wordt alles wat jullie hebben gemeenschappelijk bezit. Maar als je trouwt via huwelijks voorwaren dan laat je door een notaris alles vastleggen wat van wie is.
1.3. Bij het trouwen krijg je een belofte opgelegd om voor je partner en kinderen te zorgen, als je gaat scheiden houd je deze plicht en krijg je alimentatie. Dit betekent dat je maandelijks meebetaalt aan de kosten van het levensonderhoud. Hier zijn 2 soorten alimentatie;
1.3.1. Kinderalimentatie; hierbij betaalt de ouder die het kind niet verzorgt aan de verzorgende ouder tot het kind 21 is.
1.3.2. Partneralimentatie; Degene die het hoogste inkomen heeft moet geld betalen aan de ex-partner.
1.4. De zorg van ouders voor de kinderen noemen we ouderlijk gezag oftewel de wettelijke plicht om je kinderen op te voeden en te verzorgen. Bij de scheiding word er ook een ouderschapsplan gemaakt waarin alle afspraken staan.
1.5. Door economische afhankelijkheid scheiden er steeds meer mensen omdat er nu meer van beide kanten word gewerkt.
2. Alleen of samen?
2.1. Je kan al samenwonen voordat je gaat trouwen, hier kiezen steeds meer mensen voor. Wanneer je dit doet kan je een samenlevingscontract sluiten.
2.2. Er zijn verschillende voorbeelden waardoor kinderen niet opgroeien in een standaard gezin. Dit zijn ze;
2.2.1. Geadopteerd zijn waardoor je niet samen met je biologische ouders woont.
2.2.2. Je zit in een eenoudergezin, hierbij woon je maar bij 1 ouder.
2.2.3. In een pleeggezin wonen, dit kan gebeuren als je ouders even een tijd niet voor je kunnen zorgen of je biologische ouders pleegkinderen nemen zodat je zusjes of broertjes krijgt.
2.3. Sommige mensen blijven alleen omdat ze het fijn vinden om zelfstandig te blijven wonen of door omstandigheden.
2.4. Individualisering is als mensen niet gezien willen worden als zelfstandig individu of alleen als een onderdeel van een gezin.
3. De mens als sociaal wezen
3.1. We spreken van een relatie als je een binding hebt met iemand. Bindingen zijn erg belangrijk voor mensen wegens socialiteit, we zijn vrijwel afhankelijk van de mensen om ons heen. Door veel relaties te hebben met mensen zorgen we ervoor dat mensen het gevoel hebben dat ze bij elkaar horen, dit noem je sociale cohesie.
3.2. Je hebt verschillende soorten relaties;
3.2.1. Functionele relaties
3.2.1.1. Hierbij spelen verplichtingen en afspraken een rol
3.2.2. Persoonlijke relaties
3.2.2.1. Deze relaties zijn gebaseerd op gevoelens van vriendschap en liefde.
3.3. Er is een seksueel moraal, dit betekent de manier waarop er over seks wordt gedacht. Dit kan afhankelijk zijn van; tijd, plaats en groep
3.4. Soms is er sprake van een dubbele moraal, dit betekent dat er andere normen voor jongens zijn dan voor meisjes.
3.5. Er zijn in relaties ook machtsverschillen, dit houd in dat iemand qua macht soms hoger dan jou staat.
4. In voor- en tegenspoed
4.1. Bij een huwelijk maak je een afspraak met een trouwambtenaar en moeten er minstens 2 getuigen aanwezig zijn. Deze getuigen kunnen vrienden of bekenden zijn die bij het huwelijk instemmen.
4.1.1. Bij het trouwen heb je niet alleen een persoonlijke maar ook zakelijke relatie, hierbij horen namelijk allerlei plichten en rechten.
4.1.1.1. Na het huwelijkscontract ondertekenen is er ook nog een ceremonie met rituelen, zoals; handtekeningen zetten met een speciaal symbolische waarde.