1. B1-K2-W2
2. B1-K2
2.1. Allround (n3)
2.1.1. kennis en inzicht
2.1.1.1. Kan oplossingsgericht denken
2.1.1.2. Heeft kennis van onderhoud en beheer van netwerken en infrastructuren
2.1.1.3. Heeft kennis van nieuwe ontwikkelingen binnen het vakgebied
2.1.1.4. Heeft kennis van gangbare software/applicaties met betrekking tot de IT-infrastructuur
2.1.1.5. OSI model
2.1.1.6. servers, routers, switches, firewalls, intrusion detection systems, intrusion prevention systems, cloud-omgevingen en dataverbindingen
2.1.1.7. Kan werken met in acht neming van de geldende procedures en/of bedrijfsafspraken omtrent privacy en de beveiliging van de informatievoorziening, onder andere over gebruikersrechten en licentiebeheer
2.1.2. Actie en uitvoering
2.1.2.1. Kan tekeningen en schema’s lezen en interpreteren
2.1.2.2. Powershell of Bash
2.1.2.3. Kan (software) updates uitvoeren
2.1.2.4. Kan backups maken
2.1.2.5. Kan de werking van (infrastructuur)devices testen
2.1.2.6. Kan meldingen en fouten lokaliseren
2.1.2.7. Kan security procedures en/of bedrijfsafspraken toepassen met betrekking tot de IT-infrastructuur
2.2. Expert (n4)
2.2.1. Heeft brede kennis van datacommunicatiemodellen zoals bijvoorbeeld OSI
2.2.2. Heeft specialistische kennis van fysieke of virtuele infrastructuurdevices zoals bijvoorbeeld servers, routers, switches, firewalls, intrusion detection systems, intrusion prevention systems, cloud-omgevingen en dataverbindingen
2.2.3. Heeft specialistische kennis van gangbare software/applicaties met betrekking tot de IT-infrastructuur
2.2.4. Heeft specialistische kennis van onderhoud en beheer van netwerken en infrastructuren
2.3. W1, De beginnend beroepsbeoefenaar:
2.3.1. selecteert en gebruikt op verantwoorde wijze de benodigde onderdelen, componenten, hulpmiddelen en gereedschappen.
2.3.2. interpreteert gegevens, tekeningen en schema's op de juiste wijze en toont indien van toepassing technisch inzicht bij het signaleren en oplossen van fouten.
2.3.3. werkt ordelijk en systematisch bij het installeren, configureren en testen.
2.3.4. werkt precies, bedreven en in een tempo dat nodig is om, zonder afbreuk te doen aan de kwaliteitseisen, aan de vereiste productiviteit te voldoen.
2.3.5. houdt zich aan voorgeschreven procedures, veiligheidsvoorschriften en wettelijke richtlijnen onder andere op het gebied van security en privacy.
2.3.6. schakelt indien nodig tijdig de leidinggevende of een ervaren collega in bij problemen.
2.3.7. De onderliggende competenties zijn:
2.3.7.1. #Samenwerken en overleggen.
2.3.7.2. #Vakdeskundigheid toepassen
2.3.7.3. #Materialen en middelen inzetten
2.3.7.4. #Kwaliteit leveren
2.3.7.5. #Instructies en procedures opvolgen
2.4. W2, De beginnend beroepsbeoefenaar:
2.4.1. werkt tijdens beheer-, test- en beveiligingswerkzaamheden gedisciplineerd en volgens voorgeschreven procedures en/of bedrijfsafspraken en (veiligheid)eisen.
2.4.2. voert regelmatig preventieve test- en serviceactiviteiten uit ter voorkoming van incidenten, kiest daarbij de benodigde tools en weet deze effectief te gebruiken.
2.4.3. signaleert tijdig eventuele afwijkingen t.a.v. kwaliteitsnormen en onderneemt de juiste acties om de performance of security te verbeteren of de beschikbaarheid van de infrastructuur te vergroten.
2.4.4. De onderliggende competenties zijn:
2.4.4.1. #Materialen en middelen inzetten
2.4.4.2. #Vakdeskundigheid toepassen
2.4.4.3. #Instructies en procedures opvolgen
2.4.4.4. #Kwaliteit leveren