cliënten met multi-morbiditeit

Get Started. It's Free
or sign up with your email address
cliënten met multi-morbiditeit by Mind Map: cliënten met multi-morbiditeit

1. Chronische aandoeningen:

1.1. Diabetes

1.1.1. slechte doorbloeding, wonden genezen slecht

1.1.1.1. slechte nieren

1.2. Hoge bloeddruk

1.2.1. Een hoge bloeddruk verhoogt de kans op een hartinfarct, beroerte en hartfalen. Lees meer over de klachten, oorzaken en gevolgen van een hoge bloeddruk.

1.3. Hart en vaat ziekte

1.4. Atrose

1.5. parkinson

1.6. dementie

1.7. COPD- Astma

2. Ketenzorgpartners

2.1. Thuiszorg

2.1.1. Thuiszorg is zorg die bij u thuis wordt gegeven. Er zijn verschillende soorten thuiszorg, namelijk verzorging en verpleging, begeleiding in het dagelijks leven en huishoudelijke hulp

2.2. Fysiotherapie

2.2.1. De fysiotherapeut is de expert in houding en beweging. Hij helpt je bij het voorkomen, verhelpen of verminderen van je lichamelijke klachten en zorgt ervoor dat je weer optimaal kunt bewegen. De zorg van een fysiotherapeut past bij jouw persoonlijke situatie en is gericht op het doel dat jij wilt bereiken. Soms krijg je alleen advies, soms ook een behandeling.

2.3. Cardioloog

2.3.1. Cardiologie is het specialisme dat zich bezighoudt met diagnostiek en behandeling van hart- en vaatziekten. Mensen met problemen aan hart en vaten worden behandeld door een 'hartspecialist', oftewel een cardioloog.

2.4. Huisarts

2.4.1. Wat doet een huisarts? De voornaamste taken van de huisarts zijn het spreken en diagnosticeren van patiënten, het voorschrijven van medicijnen en het eventueel doorverwijzen naar specialisten.

2.5. Internist

2.5.1. Een internist is een medisch specialist, die vooral volwassenen behandelt. Het specialisme heet interne geneeskunde of inwendige geneeskunde. De internist houdt zich bezig met het voorkomen, diagnosticeren (= herkennen en benoemen) en behandelen van ziekten van de inwendige organen.

3. Meerdere chronische aandoeningen, tegelijkertijd die elkaar onderling beïnvloeden

4. Wat voor de ene ziekte een goede behandeling is. kan de andere ziekte verergeren

5. Adviezen

5.1. Stoppen met roken

5.2. Veel bewegen

5.3. Stress vermijden

5.4. Gezond eten

5.5. Afvallen als je te zwaar bent

6. Geneesmiddelen en Groepen

6.1. Sulfonylureumderivaten

6.1.1. Glicazide

6.2. Biguaniden

6.2.1. Metformine

6.3. Insuline

6.3.1. Novorapid

6.3.1.1. Lantus

6.4. Vitaminde K antagonisten

6.4.1. Acenocoumarol

6.4.1.1. Fenprocoumon

6.5. Dihydropyridinen

6.5.1. Amlodipine

6.5.1.1. Lercandipine

6.6. Betablokker

6.6.1. Metoprolol

6.7. NSAID's

6.7.1. Diclofenac

6.7.1.1. Ibuprofen

6.8. Opioïden

6.8.1. Tramadol

6.8.1.1. Oxycodon

6.8.1.1.1. Fentanyl

6.9. Levodopa met decarboxylaseremmers

6.9.1. Levodopa carbidopa

6.10. Cholinesteraseremmers

6.10.1. Rivastigmine

6.10.1.1. Galantamine

6.11. Nitraten

6.11.1. Nitroglycerine

6.12. ACE- remmers

6.12.1. Enalapril

6.12.1.1. Lisinopril

6.13. Corticosteroïd met bèta2-sympathicomimeticum

6.13.1. Salmetrol

6.13.1.1. Fluticason

6.14. Corticosteroïden

6.14.1. budesonide

7. Baxterrol