1. Ruwvoer
1.1. Vers
1.1.1. Kan je niet opslaan
1.1.2. Smaakvol
1.1.3. Niet voldoende voor productie/groei
1.1.4. Waterstof
1.1.5. Droge stof
1.1.6. voorbeelden
1.1.6.1. gras
1.1.6.2. wortelen
1.1.6.3. wilgentakken
1.1.6.4. bieten
1.2. Bewaard
1.2.1. Voedingswaarde lager ten opzichte van vers
1.2.2. Droge stof
1.2.3. Water
1.2.4. Drinken
1.2.5. Voorbeelden
1.2.5.1. Hooi/voordroog
1.2.5.2. Bietenpulp
1.2.5.3. Stro
1.2.5.4. Gras en maïskuil
2. Krachtvoer
2.1. enkelvoudig
2.1.1. Word meestal niet gebruikt
2.1.2. Heel veel droge stof en weinig water
2.1.2.1. heel geconcentreerd
2.1.2.1.1. Weinig of niets van geven
2.1.3. Voorbeelden
2.1.3.1. Lijnzaad
2.1.3.2. Tarwe
2.1.3.3. Haver
2.1.3.4. Gerst
2.1.3.5. Maïs
2.2. Bijproducten
2.2.1. Word enkel af en toe bij de koe/rund gebruikt
2.3. Samengestelde krachtvoer
2.3.1. Mengeling=
2.3.2. Meestal volledig voer
2.3.3. Kan ook in de vorm van
2.3.3.1. Slobber
2.3.3.2. Mash
2.3.3.2.1. Nat is smakelijker!