taalvariatie

1. standaardtaal

1.1. nederlands-nederlands

1.1.1. natiolecten

1.1.1.1. Surinaams-Nederlands

1.1.1.2. Belgisch-Nederlands,

1.2. vaktaal

1.2.1. spreektaal

1.2.1.1. informeel

1.2.1.2. formeel

1.2.2. schrijftaal

1.2.2.1. formeel

1.2.2.2. informeel

2. dialect

2.1. regionaal

2.1.1. regiolect

2.1.1.1. etnolect

2.2. leeftijd

2.3. natiolecten

2.4. registers

3. genderlect

3.1. geslacht

3.2. beroep/opleiding

3.3. sociale klassen

3.4. etnische achtergrond

3.5. stilistisch

3.6. sociaal