1. Psychologische behoefte
1.1. De behoeftenpyramide van Maslow
1.1.1. Buffering against adversity-hypothese
1.1.2. Prepared to benefit-hypothese
1.2. De Zelfdeterminatietheorie (ZDT)
1.2.1. Behoefte aan autonomie
1.2.2. Behoefte aan verbondenheid
1.2.3. Behoefte aan competentie
1.3. Waarden (Theorie van Schwartz)
1.3.1. Goed willen doen
1.3.2. Universalisme
1.3.3. Zelfsturing
1.3.4. Uitdaging
1.3.5. Prestaties
1.3.6. Macht
1.3.7. Hedonisme
1.3.8. Zekerheid
1.3.9. Conformisme
1.3.10. Traditie
2. De bevreidiging van psychologische behoeften
2.1. Motivatie
2.1.1. Intrinsieke motivatie
2.1.2. Extrinsieke motivatie
2.1.3. Amotivatie
2.2. Doelen
2.2.1. Zelfregulatie (Control Theory)
2.3. BEAT's (Beliefs, Emotions en Action Tendencies)
2.3.1. Overtuigingen over slecht en goed
2.3.2. Overtuigingen over controle
2.3.3. Doelorientaties
2.3.3.1. Performance approach/avoidance
2.3.3.2. Mastery approach/avoidance
2.3.4. Fixed mindset & Growth mindset
2.4. Emoties
2.4.1. Gebeurtenis - Emoties - Gedrag
2.4.2. Positieve & Negatieve
2.4.3. 6 Basisemoties
2.4.3.1. Angst
2.4.3.2. Boosheid
2.4.3.3. Verdriet
2.4.3.4. Geluk
2.4.3.5. Walging
2.4.3.6. Verrassing
2.4.4. Sociale Vergelijking
2.4.4.1. Troots
2.4.4.2. Schaamte
2.4.4.3. Schuldgevoelens
2.4.4.4. Afgunst
2.4.4.5. Jaloezie
2.5. Coping
2.5.1. Probleemgerichte coping
2.5.2. Emotiegerichte coping
2.5.3. Copingstrategies
2.5.3.1. Destructieve
2.5.3.1.1. Piekeren
2.5.3.1.2. Rampdenken
2.5.3.1.3. Jezelf de schuld geven
2.5.3.2. Constructieve
2.5.3.2.1. De positieve kant zien
2.5.3.2.2. Je op iets positiefs richten
2.5.3.3. Neutrale
2.5.3.3.1. Relativeren
2.5.3.3.2. Accepteren
2.5.3.3.3. Een plan bedenken
2.5.3.3.4. Anderen de schuld geven