§3: Duurzame ontwikkeling

1. Cosumptiegoederen

1.1. Goederen die direct kunnen worden verbruikt, zoals: levensmiddelen.

1.1.1. Voorbeelden: voedsel,kleding en drinkwater

2. Kapitaalgoederen

2.1. Goederen waarmee consumptiegoederen worden geproduceerd.

2.1.1. Voorbeelden: machines en infrastructuur

3. Natuurlijke hulpbronnen

3.1. Verzamelnaam voor alle natuurlijke elementen die de mens gebruikt voor de productie van goederen en opwekking van elektriciteit.

4. Uitputbare hulpbronnen

4.1. Hulpbronnen die zich op de menselijke tijdschaal niet vernieuwen of aanvullen.

5. Duurzame energiebronnen

5.1. Hulpbronnen die vernieuwbaar zijn en in principe niet opkunnen raken. Ze dragen niet bij aan het broeikaseffect.

5.1.1. Voorbeelden: zonneenergie,windenergie en stomend oppervlaktewater

6. Geothermische energie

6.1. Energie die wordt opgewekt door verbruik te maken van aardwarmte.

7. Duurzame ontwikkeling

7.1. Een manier van produceren en consumeren zonder milieu-uitputting en milieuverontreiniging en zo min mogelijk milieuaantasting.

8. Roofbouw

8.1. Uitputten of vernielen van hulpbronnen.