1. bijfiguren
1.1. helper
1.1.1. Djinn
1.1.1.1. beschrijving
1.1.1.1.1. uiterlijk
1.1.1.1.2. kenmerken
1.1.1.1.3. karaktereigenschappen
1.1.1.1.4. relaties
1.2. tegenstander
1.2.1. ?
1.2.1.1. beschrijving
1.2.1.1.1. uiterlijk
1.2.1.1.2. kenmerken
1.2.1.1.3. karaktereigenschappen
1.2.1.1.4. relaties
2. verstelperspectief
2.1. ik perspectief
3. spanning
3.1. open plekken
3.2. uitstel
3.3. onverwachte wending
3.4. vermoeden
3.5. informatievoorsprong
3.6. bedreigende situatie
3.6.1. verhuizing
3.7. cliffhanger
4. ruimte
4.1. plaats
4.1.1. eerst
4.1.1.1. stad
4.1.1.1.1. flat
4.1.2. later
4.1.2.1. platteland
4.1.2.1.1. herberg
4.2. setting
4.2.1. stad
4.2.1.1. druk
4.2.1.1.1. vrienden
4.2.1.1.2. band
4.2.2. platteland
4.2.2.1. stil
4.2.2.1.1. geen vrienden
4.2.2.1.2. geen band
4.3. sfeer
4.3.1. stad
4.3.1.1. gezellig
4.3.2. platteland
4.3.2.1. saai
5. begin en eind
5.1. begin
5.1.1. inleidend begin
5.1.1.1. hoofdpersoon wordt voorgesteld
5.1.1.2. start voordat er iets is gebeurt
5.1.1.2.1. verhuizing pas later
5.2. eind
5.2.1. gesloten eind
5.2.1.1. aan het eind is alles OK
5.2.1.1.1. Milan wil dat het zo blijft
6. hoofdpersoon
6.1. Milan
6.1.1. probleem
6.1.1.1. wil niet weg uit de stad
6.1.2. opdracht
6.1.2.1. verhuizen
6.1.2.1.1. reactie
6.1.3. doel
6.1.4. beschrijving
6.1.4.1. uiterlijk
6.1.4.2. kenmerken
6.1.4.2.1. snel gestrest
6.1.4.2.2. somber
6.1.4.3. karaktereigenschappen
6.1.4.3.1. slim
6.1.4.3.2. behendig
6.1.4.4. relaties
6.1.4.4.1. Djinn
7. tijd
7.1. vertelde tijd
7.2. verteltijd
7.2.1. woorden
7.2.2. pagina's
7.3. verteltempo
7.4. volgorde
7.4.1. chronologisch
7.4.1.1. vooruitverwijzing
7.4.1.1.1. Milan kijkt vooruit naar de verschrikkelijke tijd op het platteland
7.4.1.2. terugverwijzing
7.4.1.2.1. Milan kijkt terug op de oude tijd in de stad