Materiaal en omgeving

Lancez-Vous. C'est gratuit
ou s'inscrire avec votre adresse e-mail
Materiaal en omgeving par Mind Map: Materiaal en omgeving

1. materiaal afstemmen op de doelgroep

1.1. kinderen spelen met :

1.1.1. gebruiksvoorwerpen

1.1.2. huishoudelijke voorwerpen

1.2. open materialen:

1.2.1. materialen op verschillende manieren gebruiken

1.2.2. bouwstenen

1.2.2.1. poppenhoek

1.2.2.1.1. treinrails

1.3. veilige materialen op:

1.3.1. kinderopvang

1.3.2. school

1.3.3. thuis

2. inrichten van ruimtes

2.1. praktisch inrichten:

2.1.1. ruimte om te spelen, bewegen en werken

2.2. Ergonomisch verantwoord

2.2.1. Dat je op een plek veilig en verantwoord kunt werken

2.3. Kwaliteitseisen:

2.3.1. In de wet staat aan welke eisen scholen kinderopvang enz moet doen

3. ruimte afstemmen op de doelgroep

3.1. Rust of prikkelen 0-1

3.1.1. Niet veel harde geluiden

3.1.2. Niet veel speelgoed

3.1.3. Zachte kleuren gebruiken

3.2. Veilig bewegen 1-2

3.2.1. Ze hebben ruimte nodig

3.2.1.1. Plezier hebben

3.2.1.1.1. Klimmen,glijden,kruipen enz

3.3. Alles zelf pakken 2-4

3.3.1. Ze willen veel dingen alleen

3.3.1.1. Bewegen,rond rennen enz

3.4. Zelfstandig spelen 4-6

3.4.1. Materiaal bij elkaar houden

3.4.2. Ruimte binnen en buiten

3.5. Werken met elkaar 6-9

3.5.1. Samenwerking

3.5.2. Beweging

3.5.3. Verschillende activiteiten

3.6. Onderzoek naar de wereld 9-12

3.6.1. Ze ontdekken:

3.6.1.1. WiFi,internet,

3.6.2. Hebben behoefte aan buitenspelen

3.7. Een eigen weg zoeken 12-21

3.7.1. Uitstraling is anders dan wat ze voelen

3.7.2. Willen eigen initiatieven nemen

3.7.3. Willen meedenken

4. ..dagritmematerialen..

4.1. behoefte aan:

4.1.1. duidelijkheid

4.1.1.1. structuur

4.1.1.1.1. overzicht

4.2. kaarten met plaatjes van de activiteiten van die dag

4.3. geeft steun aan kinderen:

4.3.1. week of maandkalender

4.3.2. pictogram

4.3.3. routines

5. ontwikkeling stimuleren met materiaal

5.1. Fröbel

5.1.1. kleuterschool in 1837

5.1.1.1. kindergarten

5.1.2. Friedrich Fröbel

5.2. Montessori

5.2.1. ontwikkelingsmateriaal 1907

5.2.1.1. montessorimateriaal

5.2.2. Maria Montessori

5.2.3. beste leren d.m.v:

5.2.3.1. meerdere zintuigen te gebruiken

5.2.3.1.1. zelf kiezen

5.3. grove materialen 0-1

5.3.1. speelmat

5.3.1.1. babygym

5.3.1.1.1. mobile

5.4. ordenen en taalmaterialen 2-4

5.5. materiaal voor baby's en dreumisen zijn gericht op:

5.5.1. voelen

5.5.2. kijken

5.5.3. luisteren

5.6. hoekwerk 4-6

5.6.1. themahoeken

5.6.2. themakisten

5.6.3. afwisselen

5.7. realistische fase 6-9

5.7.1. leerwerk

5.7.2. voorlezen

5.7.3. hard werken

5.8. details ontdekken 9-12

5.8.1. spelkaarten

5.8.1.1. uno

5.8.1.1.1. monopoly

5.8.2. sportmateriaal

5.8.2.1. technischmateriaal

5.9. complexe materialen 13-20

5.9.1. ze krijgen dingen mee via:

5.9.1.1. kranten, internet, filmpjes en de telefoon

6. verschillende materialen

6.1. speelleersmaterialen

6.1.1. memory, puzzels, domino en lotto

6.1.2. herkenbaar

6.1.3. daagt uit tot herhaling

6.2. ongevormde materialen

6.2.1. hebben nog geen vorm

6.2.2. water, zand, klei en brooddeeg

6.2.3. uitdagend en veilig gevoel

6.3. vormgevende materialen zijn

6.3.1. vermaakt, knipt of bewerkt

6.3.2. vouwen, scheuren, plakken, knippen en mozaïeken

6.4. constructie- en compositiematerialen

6.4.1. constructie of bouwwerk

6.4.2. houten blokken houten kisten en K'nex of legoblokjes