1. depressie en eenzaamheid
2. Vooronderstellingen
2.1. Iets wat je zelf in de hand hebt
2.1.1. Je kunt je mentale gezondheid verbeteren door positief te denken
2.1.2. Mediteren, sporten, of andere dingen doen die je leuk vindt
2.1.3. Is dit altijd waar? Kun je altijd je eigen mentale gezondheid beïnvloeden?
2.2. Iets wat je alleen met een professional kunt bespreken
2.2.1. Je kunt niet zomaar over je mentale gezondheid praten met je vrienden, familie, of docenten
2.2.2. Dat is te persoonlijk of te moeilijk
2.2.3. Is dit altijd waar? Kunnen je naasten je soms ook steunen of helpen?
2.3. Iets wat je kunt zien aan iemand
2.3.1. Je kunt aan iemands gezicht, houding, of gedrag zien of hij of zij mentaal gezond is of niet
2.3.2. Als iemand lacht, is hij of zij gelukkig
2.3.3. Als iemand huilt, is hij of zij verdrietig
2.3.4. Is dit altijd waar? Kunnen mensen soms hun ware gevoelens verbergen of maskeren?
3. slaapstoornissen
4. angst en stemmingsschommleingen
5. zelfbeeld
6. weetjes
6.1. Net zo belangrijk als lichamelijke gezondheid
6.1.1. Goed voor je lichaam zorgen helpt je geest, en andersom
6.1.2. Beïnvloeden elkaar
6.2. Niet hetzelfde als geluk
6.2.1. Mentaal gezond zijn betekent niet altijd gelukkig zijn
6.2.2. Soms verdrietig, boos, of bang voelen hoort bij het leven
6.2.3. Het gaat erom hoe je met die gevoelens omgaat
6.3. Niet iets waar je je voor hoeft te schamen
6.3.1. Veel mensen hebben wel eens last van mentale problemen
6.3.2. Stress, angst, depressie, of iets anders
6.3.3. Betekent niet dat je zwak of gek bent
6.3.4. Je kunt hulp zoeken en beter worden