1. 0 tot 3 jaar
1.1. Gehechtheid
1.1.1. =basisvertrouwen
1.1.1.1. Omgeving verkennen
1.1.1.2. Veilige haven
1.1.1.2.1. Bij stress
1.1.2. Belang
1.1.2.1. Verkennen
1.1.2.2. Vertrouwen
1.1.2.3. Voorspelbaarheid
1.1.2.4. Ontwikkeling van zelfvertrouwen
1.1.3. Wie
1.1.3.1. Ouders
1.1.3.2. Verzorgers
1.1.4. Vreemdenangst
1.1.4.1. 6 à 8 maanden
1.2. Afhankelijkheid
1.2.1. 100%
1.2.1.1. Tot bepaalde leeftijd
1.2.2. Zelfbesef
1.2.2.1. eigen wil
1.2.2.2. vertrouwen
1.3. Koppigheidsfase
1.3.1. Eigen wil
1.3.2. Grenzen aftasten
1.3.3. sociaal wenselijk gedrag leren
2. 3 tot 6 jaar
2.1. Zelfconcept
2.1.1. Wie ben ik
2.1.2. Concrete termen
2.2. Taalontwikkeling
2.2.1. Woordenschat
2.2.2. Grammatica
2.2.2.1. basiszinnen
2.2.2.2. veel fouten
2.2.3. Waaromvragen
2.2.3.1. Kennis
2.2.3.2. Aandacht
2.3. Spelontwikkeling
2.3.1. 1 verbeeldingsspel
2.3.1.1. Doen alsof
2.3.2. 2 Socio-dramatisch spel
2.3.2.1. Complex
2.3.2.2. Vele spelers
2.3.2.3. voorwerpen
2.4. Sociale ontwikkeling
2.4.1. Sociale regels
2.4.2. Vriendschappen
2.4.2.1. Moeilijk met verliezen
2.4.2.2. Competitiegevoel
2.4.3. Begrip van emoties