Op welke leefgebieden ondervinden mensen met een LVB moeite?

Lancez-Vous. C'est gratuit
ou s'inscrire avec votre adresse e-mail
Op welke leefgebieden ondervinden mensen met een LVB moeite? par Mind Map: Op welke leefgebieden ondervinden mensen met een LVB moeite?

1. 1. Leren en denken

1.1. Iemand met LVB vindt het moeilijk om herinneringen terug te roepen, kunnen minder onthouden en hebben moeite met het ordenen van wat geleerd moet worden.

2. 2. Werkgeheugen

2.1. Het werkgeheugen functioneert bij een iemand met een licht verstandelijke beperking op hun mentale leeftijd.

3. 3. Sociale informatieverwerking

3.1. LVB jongeren focussen zich meer op letterlij gesproken informatie. Mensen met een LVB hebben minder assertieve oplossingsvaardigheden. Zij lossen een probleemsituatie vaker op met agressief of passief gedrag.

4. 10. Geweten

4.1. Geweten is de internalisatie van waarden en normen. Het is als ware de innerlijke stem die je zegt wat goed en kwaad is. Bij iemand met een licht verstandelijke beperking verloopt de gewetensontwikkeling langzamer. Hierdoor kunnen ze moeilijk het gedrag afstemmen op zijn waarden en normen.

5. 11. Impulscontrole

5.1. Iemand met een licht verstandelijke beperking heeft moeite in het beheersen van zijn impulsen. Het geweten is minder ontwikkeld waardoor zij niet altijd weten dat je bepaalde dingen beter niet kan doen. Ook heeft hij/zij een zeer beperkt vermogen in het herkennen dat iemand last heeft van zijn/haar gedrag (empatisch vermogen). Daarbij vinden ze het moeilijk om op zichzelf te reflecteren en hun gedrag te sturen. Hierdoor reageren ze vaker impulsief.

6. 12. Zelfsturing

6.1. Een licht verstandelijke beperkte heeft moeite met: • Selectief en volgehouden aandacht • • Oorzaak-gevolg denken • • Plannen • • Het leren uit een situatie dat slechts één keer voorkomt

7. 13. Autonomie

7.1. Mensen met een LVB doen meestal meer negatieve ervaringen op dan mensen die zich gemiddeld ontwikkelen.Mensen met een licht verstandelijke beperking hebben moeite met zelfstandigheid en onafhankelijkheid. Vanaf de geboorte hebben zij veel faalervaringen opgedaan. Hierdoor krijgt een licht verstandelijk beperkte een negatief zelfbeeld en weinig zelfvertrouwen. (Beer, 2012)

8. 14. Seksualteit

8.1. Mensen met een LVB hebben op het gebied van seksualiteit soms moeite met het gedragen volgens de normen en waarden van deze maatschappij. Dit komt door hun beperking in sociale vaardigheden en inlevingsvermogen

9. 4. Generaliseren

9.1. Mensen met een LVB kunnen minder goed abstraheren, wat betekend dat ze moeite hebben om algemeen werkzame factoren af te leiden uit een concert situatie. Zij hebben moeite om in te zien welke handeling of actie er in een situatie voor zorgt dat iets werkt.

10. 5.Taal

10.1. Zowel het taalbegrip als de woordenschat blijft achter bij kinderen met LVB. Dit komt omdat denken en taal minder verbonden is met elkaar dan bij normaal ontwikkelde kinderen. Lezen is voor LVB- kinderen moeilijk omdat dit veel vraagt van het abstractievermogen. Ook is het voor een kind met een licht verstandelijke beperking moeilijk verbaal aan te geven hoe het zich voelt. Dit kan leiden tot meer primair uiten van emoties.

11. 6. Sociale vaardigheden

11.1. Mensen met een LVB hebben vaak moeite zich staande te houden in het sociale verkeer. Ook hebben ze vaak moeite met het sluiten en onderhouden van vriendschappen

12. 7. Weerbaarheid

12.1. Weerbaarheid is het vermogen om voor je zelf op te komen en het stellen van grenzen als anderen deze overschrijden . Mensen met een LVB hebben moeite met weerbaarheid.

13. 8. Empathie

13.1. Mensen met een LVB hebben moeite met het inleven in anderen. Zij kunnen zich ook moeilijker voorstellen hoe een ander zich voelt. Dit kan tot onwenselijke reacties of gedragingen leiden.

14. 9. Emoties

14.1. Iemand met een licht verstandelijke beperking voelt wel de emoties zoals geluk, vertrouwen, verdriet, angst en boosheid. Maar het reflecteren hiervan vinden zij vaak moeilijk.