1. gebakjes maken
1.1. waar
1.1.1. langs deuren gaan
1.1.2. eersel
1.1.3. langs bejaardentehuizen gaan
1.1.4. langs verenigingen gaan
1.2. hoe
1.2.1. maken van de gebakjes
1.2.2. verkopen
1.3. nodig
1.3.1. spullen om de gebakjes te maken
1.3.2. mensen die ze gaan verkopen
1.3.3. verpakkingen
1.4. geld
1.4.1. uitgaven aan het maken van de gebakjes
1.4.2. wat vragen we voor de gebakjes
1.4.3. wat willen mensen ervoor geven
1.4.4. hoeveel winst maken we
2. collecte
2.1. waar
2.1.1. eersel
2.1.2. langs deuren gaan
2.1.3. langs bejaardentehuizen gaan
2.1.4. bij winkels een geldpotje neerzetten waar mensen geld in kunnen doen
2.2. hoe
2.2.1. langs deuren gaan
2.2.2. vertellen over de schoolopdracht
2.2.3. vertellen over het goede doel
2.3. nodig
2.3.1. collecte
2.3.2. mensen die langs deuren etc. gaan
2.3.3. bakjes om het geld in te doen
3. boottocht + loterij
3.1. boottocht
3.1.1. waar
3.1.1.1. Biesbosch
3.1.1.2. nationaal park
3.1.1.3. op water
3.1.1.4. in de natuur
3.1.2. regelen
3.1.2.1. kosten
3.1.2.2. mensen als begeleiding
3.1.2.3. de boot
3.1.3. kosten
3.1.3.1. bootkosten
3.1.3.2. personeelskosten
3.1.3.3. groepskosten
3.1.4. mensen
3.1.4.1. ouderen
3.1.4.2. volwassenen
3.2. loterij
3.2.1. prijzen
3.2.1.1. bierpakket
3.2.1.2. sudokupakket
3.2.1.3. gebakjes
3.2.1.4. tegoedbon
3.2.2. waar
3.2.2.1. op de boot
3.2.2.2. biebosch
3.2.2.3. binnen
3.2.2.4. zaaltje
3.2.3. met wie
3.2.3.1. ouderen
3.2.3.2. volwassenen
3.2.4. kosten
3.2.4.1. lotjes
3.2.4.2. prijzen
4. bingo
4.1. plaats
4.1.1. ouderenverblijf
4.1.2. eersel
4.1.3. afdeling 2
4.1.4. dolium 65
4.2. nodig:
4.2.1. mensen
4.2.2. bingoset met balletjes
4.2.3. blaadjes met nummers
4.2.4. presentatoren
4.3. prijzen
4.3.1. gebakjes
4.3.2. sudoku pakket
4.3.3. bierpakket
4.3.4. tegoedbon
4.4. hoe
4.4.1. bellen
4.4.2. mailen
4.4.3. langs gaan
4.4.4. appen