Op leven en dood

Começar. É Gratuito
ou inscrever-se com seu endereço de e-mail
Op leven en dood por Mind Map: Op leven en dood

1. Levende doden

1.1. levend

1.1.1. planten

1.1.2. dieren

1.1.3. mensen

1.1.4. schimmel

1.1.5. kenmerken

1.1.5.1. uitscheiden

1.1.5.2. groeien

1.1.5.3. voortplanten

1.1.5.3.1. verleiden

1.1.5.4. eten

1.1.5.5. reageren

1.1.5.6. ademen

1.1.5.7. bewegen

1.1.6. oneindig leven

1.1.6.1. 3D printer

1.1.6.1.1. organen

1.1.6.2. Robots

1.1.6.3. avatars

1.2. dood

1.2.1. geen levende kenmerken

1.2.2. heeft eerst geleefd

1.2.3. lage temperatuur

1.2.4. manieren voor begraven

1.3. levenloos

1.3.1. heeft nooit geleefd

1.3.1.1. robots

1.3.1.2. zand

1.3.1.3. stenen

1.3.1.4. water

1.3.1.5. wind

1.3.2. geen besef

1.3.2.1. robots

2. van ei tot mens

2.1. baby in buik

2.1.1. 1. eitje ontwikkelt

2.1.2. 2. hersenen en hartje

2.1.3. 3. armpjes, beentjes, voetjes, handjes.

2.1.4. 4. organen

2.1.5. 5. nageltjes en donshaartjes op huid

2.1.6. 6. botten steviger

2.1.7. 7. groeien en groeien

2.1.8. 8. longen moeten verder groeien

2.1.9. 9. klaar voor geboorte

2.2. struisvogel

2.2.1. 1. bloedvaten ontwikkelen

2.2.2. 2. lijfje groeien en grote ogen

2.2.3. 3. veertjes groeien

2.2.4. 4. snavel groeit

2.2.5. 5. meer veertjes

2.2.6. 6. snavel kan open en dicht

2.2.7. 7. jong uit ei

2.3. verschillen ei en buik

2.3.1. baarmoeder en ei

2.3.2. baby 9 maanden, struisvogel 6 weken

2.3.3. baby wordt er uit geperst, struisvogel doet het zelf

2.4. overeenkomsten ei en buik

2.4.1. binnenin iets ontwikkelen

2.4.2. tijd nodig om te ontwikkelen

2.5. 3 fasen

2.5.1. 1. embryo (tot 8 weken)

2.5.2. 2. foetus (na 8 weken)

2.5.3. 3. baby (na geboorte)

3. uitstervende dieren

3.1. voedselketen

3.1.1. planteneters

3.1.2. diereneters

3.1.3. alleseters

3.1.4. = eten en gegeten worden

3.2. voedselweb

3.2.1. verschillende voedselketens

3.2.2. als voedselketens met elkaar samenhangen

4. moordende planten en dieren

4.1. cellen

4.1.1. plant

4.1.1.1. stevige celwand

4.1.1.2. bladgroenkorrels

4.1.2. dier

4.1.2.1. geen celwand

4.1.2.2. wel dun vliesje

4.1.3. schimmel

4.1.3.1. stevige celwand

4.1.3.2. langwerpig

4.1.4. micro organisme

4.1.4.1. 1 cel