1. biometrie
1.1. kansen
1.1.1. we gebruiken deze technologie ziezo al vaak
1.1.2. biometrie maakt het makelijker om te bepalen of iemand toegang krijgt of niet
1.2. risico's
1.2.1. wie houd de informatie die verzameld word
1.2.2. werken alle biometrie apparaten
2. kunstmatiga inteligentië
2.1. kansen
2.1.1. achter al die slimme toepassingen zitten algoritme die voortdurend keuzes maken
2.1.2. de algoritme kunnen leren van hun fouten en maken ze dus minder snel opnieuw
2.1.3. ze kunne online dingen voor je regelen zodat jij dat niet hoeft te doen
2.2. risico's
2.2.1. hoe kun je weten of de keuzen is gemaakt
2.2.2. krijgen technologie bedrijven niet te veel macht
2.2.3. wie is er aan de macht als de KI een verkeerde keuzen maakt
3. persuasieve technologie
3.1. risico's
3.1.1. is de technologie nog wel aan het helpen op deze manier
3.1.2. doet men dit niet alleen voor een goede invloed op het bedrijf
3.2. kansen
3.2.1. er zijn ook andere technologieën hier voor nodig
3.2.2. het is een goede manier om een piep te laten horen als iemand in de auto geen grodel om heeft
4. social media
4.1. risico's
4.1.1. ze kunnen bellen voor niks
4.1.2. ze kunnen soms niet opnemen
4.1.3. je weet nooit precies waar iemand is
4.2. kansen
4.2.1. als er iets aan de hand is kun je zien wat er is gebeurd
4.2.2. je weet of er iemand in gevaar is
4.2.3. je kunt iemand helpen
5. augemented reality
5.1. kansen
5.1.1. het is niet alleen goed voor online maar ook voor de echte wereld
5.1.2. je kunt met een tik op de knop al dingen mooier er uit laten zien dan in werkelijkheid
5.2. risico's
5.2.1. hoe kun je nu nog zien hoe iets er echt uit ziet en niet op beeld
5.2.2. kun je op deze manier niet voor de gek gehouden worden of worden opgelicht