1. Definities
1.1. Kritisch denken =
1.1.1. een eigen, onderbouwde visie/mening formuleren
1.2. Probleemoplossend denken
1.2.1. een probleem herkennen
1.2.2. een plan kunnen maken om het op te lossen
2. Te bereiken via?
2.1. Vaardigheden
2.1.1. Analysevaardigheden
2.1.1.1. Redeneringen in een tekst herkennen
2.1.1.2. Verborgen veronderstellingen aan het licht brengen
2.1.1.3. Drogredenen benoemen
2.2. Attitudes
2.2.1. Nieuwsgierigheid
2.2.2. Open en onderzoekende houding
2.2.2.1. Geen vooringenomenheid
2.2.2.2. Willen wikken en wegen
2.2.2.2.1. Voor eigen betoog
2.2.2.2.2. Voor oordeel over redenering van anderen
2.3. Kennis en toepassing van
2.3.1. principes en procedures van kritisch denken
3. Belangrijk
3.1. voor maatschappijparticipatie
3.1.1. maakt constructieve en creatieve burgers
3.2. om te functioneren in onze kennismaatschappij
3.2.1. onderwijs moet voorbereiden op
3.2.1.1. kritisch denken
3.2.1.2. levenslang (zelstandig) leren
3.3. voor een succesvolle studie/loopbaan
3.3.1. via beslissingsvaardigheid
3.3.1.1. NIET door speculatie/intuïtie
3.3.1.2. WEL door oordeelkundig gebruik van best beschikbare ‘evidence’
3.4. voor een democratische en sociale samenleving
3.4.1. = wapen tegen censuur, totalitarisme
3.5. om via de sterk toenemende informatiestroom tot een weloverwogen oordeel te komen
3.5.1. door informatie correct in te schatten!
3.5.2. door een standpunt in te nemen
4. Onderwijs- en leeractiviteiten
4.1. Welke?
4.1.1. Probleemoplossende discussies
4.1.1.1. Leerlingen zoeken gezamenlijk oplossing via
4.1.1.1.1. Beeldvorming
4.1.1.1.2. Oordeelsvorming
4.1.1.1.3. Besluitvorming
4.1.2. Analyserende opdrachten
4.1.2.1. Tekstinhoud
4.1.2.2. Beeldmateriaal
4.1.3. Coaching
4.1.3.1. De leraar als kritische en stimulerende coach
4.1.3.2. De leerlingen als elkaars kritische en stimulerende coach
4.2. Voorwaarden?
4.2.1. Kan altijd en overal
4.2.1.1. Gewone klas
4.2.1.2. Computerlokaal
4.2.1.2.1. Kritisch bekijken van elektronische bronnen
4.2.1.3. Lab
4.2.1.3.1. Probleemoplossende vaardigheden bij tests!
4.2.1.4. Buiten de school (bv. uitstap)
4.2.2. Bij voorkeur via groepswerk